Veel mensen werken helemaal niet zo hard. En dat is goed

Economie
woensdag, 14 november 2018 om 11:49
welingelichtekringen header 1
De tijd dat het erg in de mode was om te zeggen dat je ontzettend druk bent, lijkt voorbij. In een recente poll onder 3.000 werknemers geeft een derde toe weinig uit te voeren op het werk. En dat blijkt nog goed voor hun carrière ook. Mensen die klagen over hoe druk ze het hebben, overdrijven meestal heel erg om hun belangrijkheid te benadrukken. Neem dat dus niet te serieus. We besteden helemaal niet meer tijd aan werk dan vroeger, blijkt bijvoorbeeld uit van Oxford. De hoeveelheid werk die moet worden gedaan, is zelfs afgenomen. In plaats daarvan hebben veel mensen banen die gevuld zijn met taken, die niet echt nodig zijn. De manier waarop we naar werk kijken is radicaal veranderd. In het verleden was weinig werken een teken van status: je had kennelijk zoveel geld dat hard werken niet nodig was. Nu laat je met extreme drukte juist zien dat je een hoge positie hebt op de sociale ladder. Een burn-out is bijna iets om over op te scheppen en als je niet heel druk bent, ben je een luilak. Dit gedachtegoed is besmettelijk en gevaarlijk. Veel drukke mensen vertellen anderen hoe druk ze zijn, die dan ook weer geneigd zijn om te doen alsof ze het druk hebben en die willen daar dan ook weer veel over te praten. Zo wordt iedereen overspannen en ongelukkig. Geobsedeerd zijn door je werk kan je vervreemden van je familie, vrienden en collega's, die wél wat beters te doen hebben. En belangrijker: mensen die heel hard werken zijn duidelijk minder met hun leven dan hun meer relaxte collega's blijkt uit onderzoek. Bovendien is heel erg druk zijn slecht voor je carrière. De hardste werkers zijn niet degenen met de beste loopbaan, toonde een andere studie aan. Dus misschien hebben de mensen die het wat rustiger aan doen wel gelijk: ze doen wat ze moeten doen, maar verzinnen niet allerlei nutteloze bezigheden om er drukker uit te zien dan ze zijn. Helaas heb je daar binnen de organisatie waar je werkt niet altijd zelf invloed op.
Bron(nen): The Guardian