De mythe van het reizen

Mootz
maandag, 02 juli 2012 om 11:39
welingelichtekringen header 1
Binnenkort vertrekken we weer massaal naar warme oorden. We werken onszelf te pletter gedurende het jaar om dan in enkele weken het verdiende geld te spenderen aan luieren, slenteren, zuipen en seks. Daarna wordt die fantastische vakantie natuurlijk op ‘sociale’ netwerksites aan de wereld getoond om te laten zien wat voor geweldig leven we hebben. Niets dan narcistisch geleuter. De mythe van het reizen is gebaseerd op de infantiele illusie dat verandering van ruimte genoeg is om de geest te veranderen. Wat het communisme niet is gelukt, heeft het kapitalisme wel voor elkaar gekregen: vernietiging van het gezinsleven. Men veronderstelt dat zelfontplooiing alleen plaatsvindt via arbeid, we hebben geen tijd voor wezenlijk contact en luisteren nauwelijks naar elkaar. Zeker niet naar onze kinderen. Ouders zijn door de grenzeloze macht van de economie van hun tijd beroofd en daardoor nauwelijks in staat de jonge mens te begeleiden op weg naar emotionele en rationele groei. Samen groeiprocessen doormaken en een vertrouwensbasis scheppen is fundamenteel om een gezonde innerlijkheid te ontwikkelen. Het excessief gebruik van psychofarmaca om depressies te reguleren en de uit de hand gelopen therapeutisering van de samenleving zijn echter schrikbarende voorbeelden van het feit dat een luisterend oor niet meer paraat is. Er rest ons niets anders dan vluchten in genot en onverschilligheid. De werkelijkheid is ont-werkelijkt, want welzijn is natuurlijk niet te realiseren met telefoontjes, Facebook, computers, reizen (liefst verre reizen) en allerlei andere producten die ons door de strot worden geduwd. De wereld van de innerlijkheid wordt opgeofferd aan de wereld van de buitenkant. We pogen hiermee een gebrek aan intimiteit en echte liefde te compenseren. De economie bepaalt ons leven en is als gevolg van de globalisering en door de macht van het financiële iets virtueels geworden dat door een onbekende God wordt bestuurd. In onze wereld van overdaad wordt namelijk permanent een dwangmatig verlangen naar allerlei onzinnige goederen gestimuleerd. Vier vijfde van de wereldbevolking offert zich op voor onze westerse groei. Ook de reisindustrie is een belangrijk onderdeel van een mentaliteit waarin economische groei als basisprincipe van onze tijdsgeest wordt beschouwd. Ik hou niet van reizen. Reizen is wachten. Vermoeiend. Ik reis in mijn geest. Het kost me nog jaren om te verwerken wat al mijn belevingen en ervaringen precies betekenen. Als kind ging ik vaak met mijn ouders op vakantie. Saai. Weinig dynamiek. Ik had dan ook voortdurend last van astma. Het mooiste van de vakantie was het moment als ik bij terugkomst vlak na de grens België/Nederland aan de Tongerseweg het blauwe bord met de witte letters zag: Maastricht. Thuis. Dat schept gemeenschappelijkheid. Binding. Later heb ik veel gereisd. Functioneel. Ik wilde Kopenhagen zien, Rome, Athene, Londen, etc. Even kijken. Meer niet. Het onbepaalde is interessant, maar ik heb een solide basis nodig waarop ik kan terugvallen. Dat kan niet als je op reis bent. Vandaar dat ik me nooit iets door de reisindustrie heb laten aanpraten. Hoe dan ook: vakanties leverden weinig op. Is reizen wel ontspannend en worden we echt erdoor verrijkt met kennis en inspirerende evaringen? De Deense filosoof Søren Kierkegaard zei in de negentiende eeuw al dat je niet naar Parijs en Londen hoeft om het leven te leren kennen. Hij heeft als waarnemer genoeg aan vijf mannen, vijf vrouwen en tien kinderen om zich in het leven te bekwamen. Wij hebben blijkbaar nooit genoeg. De economie verlangt dat. Daarom heeft de massale zomerse en winterse trektocht van de moderne ‘mens zonder eigenschappen’ iets melancholieks. Samen gezellig op de vlucht. Voor wie? Voor jezelf...
Bron(nen): Bron afbeelding