Vlaamse tussentaal: ik weet nie of da gij da nog ga kunnen volgen

Opinie
vrijdag, 14 december 2012 om 12:06
tussentaal
Spreken Vlamingen Nederlands? Ja en nee. In Nederland spreek ik Nederlands en in Vlaanderen AN (Algemeen Nederlands). Allebei Nederlands, maar niet hetzelfde. AN is echter ook geen Vlaams. In het Vlaams zeg ik 'ambras' en 'ambeteren' en in het AN respectievelijk 'ruzie/problemen' en 'vervelen/iemand lastig vallen'. AN is de standaardtaal in Vlaanderen en voor zover schriftelijk is die ook redelijk standaard, maar ik ken slechts weinig mensen die het in het dagelijks leven spreken. Het is de taal die de VRT-medewerkers op radio en tv spreken, maar verder? Op de VRT zeggen ze: 'jij hebt ...', maar in de praktijk gebruik ik in Vlaanderen 'je' en 'jij' bijna nooit. Informeel zeg ik 'ge' of 'gij', formeel - zowel in mondelinge als schriftelijke uitingen - 'u'. Standaardisering van een taal is een langzaam proces dat zich altijd vlugger in de schrijftaal dan in de spreektaal voltrekt, aldus Johan Taeldeman, emeritus hoogleraar taalkunde aan de universiteit van Gent in . De Nederlandse standaardtaal in haar geschreven vorm ontstond tussen het eind van de 16e en het midden van de 17e eeuw. De Hollandse dialecten fungeerden als belangrijkste bron en de geschreven standaardtaal verspreidde zich in Nederland vrij vlug via de aanbevolen bijbellectuur. Vlaanderen volgde tussen de 16e en de 19e eeuw dit standaardiseringsproces niet. Het maakte aanvankelijk deel uit van Spanje, dat katholiek was en stond daarom negatief tegenover alles wat protestants was. Hieronder viel ook het Nederlands, de taal van de 'Hollandse ketters'. De eeuwen daarna bleef het Frans de voertaal voor wetenschappen, bestuur en onderwijs. Pas vanaf 1850 deed er zich in Vlaanderen een kentering voor. Omdat er op dat moment niets bestond dat als tegenhanger kon dienen van het Frans, koos men voor het noordelijk Nederlands als norm voor de standaardtaal. De gesproken standaardtaal drong bij de Nederlandse bevolking echter niet zoveel eerder door dan in Vlaanderen. Rond 1900 sprak naar schatting slechts 3% van Nederlanders de standaardtaal. In de jaren '40 van de vorige eeuw sprak 50% iets wat redelijk dicht in de buurt lag ervan. En nu ligt het aantal standaardtaalsprekers rond de 80%, volgens Prof. dr. Leonie Cornips van de Universiteit Maastricht. In Vlaanderen volgde die standaardisering 50 jaar later, maar wel intensiever. In het onderwijs ontstonden verenigingen die het ABN promootten en er kwam een 'ABN-centrale', die reportages en films produceerde. De openbare omroep zorgde ervoor dat alle medewerkers onberispelijk ABN spraken en gaven in primetime zendtijd aan taalzuiveraars met programma's als (1962-1972). Kranten en tijdschriften richtten in die tijd ook hun taalrubrieken op. Dit ABN was gericht op de Noord-Nederlandse norm, maar de uitspraak verschilde. In de jaren '70 ontstond een ‘laat maar waaien'-mentaliteit en ontwikkelde zich een Vlaamse tussentaal, die nu vooral in de provincies Brabant en Antwerpen wordt gesproken: geen dialect en ook geen standaardtaal, maar iets ‘ertussenin'. Nu zijn er mensen die nog een stapje verder willen gaan en de tussentaal als standaard willen invoeren, ook in het onderwijs. Stel dat het zover komt. Stel. Dan kunde wadde moet weten om da nog te kunnen volgen.