Strijders zamelen geld in voor disclaimer bij NTR-show over WOII

Vier organisaties van verzetshelden starten een crowdfunding om juridische stappen te ondernemen tegen de NTR. De oud-strijders zijn "geschokt" dat de omroep geen disclaimer voor de oorlogsaflevering van het programma Het Verhaal Van Nederland plaatst. In de aflevering wordt gesteld dat er in Nederland relatief weinig verzet plaatsvond tegen de Duitsers. De verzetshelden stellen dat dit "misleidende informatie is".

"We zijn geschokt dat de NTR en de NPO deze misleidende informatie blijven verspreiden", stelt woordvoerder Paul van Tongeren. "Deze uitzendingen worden gebruikt op scholen en bevatten nu onwaarheden. Het is een taak van de publieke omroep om kinderen evenwichtig voor te lichten over onze geschiedenis. Dit is een feitelijke onjuistheid: we worden neergezet als lafaards."

De vier organisaties, Stichting 1940-1945, Stichting Herinnering LO-LKP, Stichting Jacoba van Tongeren en Stichting Verzetsmuseum, gaan zich beraden op de weg die nu bewandeld gaat worden. "We gaan aan iedereen die onze grief steunt vragen een klein bedrag bij te dragen aan juridische stappen", aldus Van Tongeren. "Wij laten het hier niet bij zitten. Dat zijn we verplicht aan iedereen die zijn leven heeft geriskeerd in de oorlog om de Duitsers te dwarsbomen."

De NTR stelt "oog voor de gevoeligheid rondom het onderwerp" te hebben, maar het niet eens te zijn met de kritiek. "De aflevering is met zorg gemaakt", aldus een woordvoerder. De omroep belooft wel online "meer context" te bieden over het verzet in Nederland. Op de website van de serie is een extra verwijzing gemaakt naar eerder gemaakte NTR-programma's over het verzet in de Tweede Wereldoorlog. Deze verwijzing zal komende zaterdag bij de herhaling van de aflevering ook in beeld te zien zijn, meldt de omroep.

Een expert van het NIOD stelde woensdagavond in het NPO Radio 1-programma Met Het Oog op Morgen dat het niet duidelijk is hoeveel verzet er in Nederland plaatsvond. Veel verzetsdaden kwamen niet aan het licht. Bovendien was er zeker in de eerste decennia na de oorlog weinig aandacht voor verzetswerk van vrouwen en jongeren en verzetsdaden waarbij geen geweld werd gebruikt.