Belangrijke waarschuwing voor ontevreden werknemers

Economie
door Admin
donderdag, 27 augustus 2009 om 00:00
welingelichtekringen header 1
Een absolute must-read voor iedereen die Welingelichte Kringen leest in de baas zijn tijd, is een stuk op Slate over Cataphora - een bedrijf uit Sillicon Valley dat aan de hand van het elektronisch dataverkeer kan nagaan hoe productief of tegendraads een werknemer is. Het is een typisch gevalletje van Big Brother is watching you, maar daarover maakt de Slate-verslaggever zich nauwelijks druk. Dat laatste heeft ook een voordeel, want nu komen we dankzij een interview met de CEO te weten hoe Cataphora te werk gaat. En ook hoe je als luie, ontevreden of rebelse werknemer kunt voorkomen dat je wordt opgespoord. Zo vertelt Elizabeth Charnock dat haar bedrijf het elektronisch dataverkeer doorlicht op zoek gaat naar alles wat afwijkt van het gemiddelde, om zo na te gaan wie problemen voor de werkgever kan veroorzaken. Het veelvuldig gebruik van kapitalen in e-mails bijvoorbeeld valt af te raden, want dat is iets dat Cataphoran snel opspoort en waarmee de werknemer verraadt dat hij zich over iets bijzonder boos maakt - een reorganisatie bijvoorbeeld. Als blijkt dat er wordt gelekt naar de media, zijn de veel-gebruikers van kapitalen de eerste verdachten. Alarmbellen gaan ook rinkelen als blijkt dat een werknemer vaak mailt met mensen die in het bedrijf relatief ver van hem of haar afstaan. Zulke onderonsjes zijn verdacht. Waar de ontevreden werknemer ook voor moet oppassen, is het gebruik van zinnetjes als 'bel me even'  - want ook die zinnetjes kan Cataphora oppikken. En uit ervaring weer het bedrijf dat mensen die relatief veel dingen over de telefoon bespreken, kennelijk iets te verbergen hebben. De filters zijn zeer verfijnd, dus oplettendheid is echt geboden. Dus niet in de ene e-mail je chef complimenteren voor zijn geweldige idee, terwijl je datzelfde idee in een volgende mail aan een collega afkraakt. Zo'n opvallende tegenspraak kan Cataphora ook al makkelijk naar boven halen.
Bron(nen): Slate