Neerlands eigen Roubini: professor Arjo Klamer voorspelde de ondergang van de euro al in 2002

Economie
donderdag, 16 december 2010 om 00:00
welingelichtekringen header 1
Raar dat hij niet in ieder praatprogramma zit. Arjo Klamer, hoogleraar aan de Erasmus Universiteit, voorspelde in 2002, toen de euro het daglicht zag, nauwkeurig hoe het zou aflopen. Destijds werd hij uitgelachen. Een fragment uit een column van 2002: Mijn vraag: wat als Europa politiek niet lukt? Wat als we er in democratisch en sociaal opzicht op achteruit gaan? En wat als onenigheid de lidstaten van elkaar vervreemdt? Dat zou niet de eerste keer zijn in de geschiedenis. Is de euro bestand tegen politieke instabiliteit?
Het antwoord is nee. Met 15 en straks 22 kapiteins op het schip houdt dit politieke Europa geen stand. Daarom is de euro geen lang leven beschoren. Het komt goed uit dat we nu weten dat de overgang naar een andere munt goed mogelijk is, en nog leuk ook.
Het was de conclusie van een stuk waarin hij tamelijk nauwkeurig uitlegde waarom de euro was begonnen, wat de weeffout was en hoe het mis zou lopen. Destijds werd meewarig gereageerd op Klamers opstelling. Nu verdient hij aandacht. Want hij snapte er toen al meer van dan bijna iedereen. De column van 2002:
Leuk hè, dat nieuwe geld? Mooi toch dat je het overal in Europa mag uitgeven? Brengt ons dichter bij elkaar, nietwaar? En willen we Duisenberg en Zalm geloven, dan kan deze euro ons alleen maar voorspoed brengen. Die euro, die kan niet meer stuk. Hoe goedgelovig kunnen we zijn?
De euro is politiek. Om te beginnen: zijn invoering is een politieke beslissing geweest om een politiek probleem op te lossen. Toen in 1989 Duitsland na de hereniging te machtig dreigde te worden, wilde Frankrijk dat Duitsland een deel van zijn macht zou overdragen. Het zat Frankrijk altijd al dwars dat Duitsland zo'n machtige munt had en daaraan allerlei economische en politieke voordelen ontleende. Mitterrand wist het wel. Opgave van de mark was de prijs die Duitsland moest betalen voor de hereniging. De Duitse bondskanselier Kohl ging akkoord, ondanks de protesten van zijn centrale bankier. Daarmee was de weg vrij voor de euro.
De politieke dimensie werd ook voorzien door de ontwerpers van het Verdrag van Maas tricht. Voorop stond de noodzaak van een verregaande politieke integratie van de lidstaten, een aanzet tot de federalisering van Europa. Maar dat laatste durfden de politici niet aan, uit vrees voor grote weerstand van de burgers. Delors en Lubbers, de Nederlandse premier die als voorzitter fungeerde, moesten inbinden. Maar de muntunie met de euro bleef overeind en kwam in het Verdrag van Maastricht.
De eurocraten troostten zich met de gedachte dat die verdere politieke unie wel afgedwongen zou worden als de euro eenmaal een feit was. Met andere woorden, de eurocraten zijn er steeds van uitgegaan dat de euro het instrument is om die verregaande politieke integratie af te dwingen. Doen ze voorkomen dat de euro een sluitstuk is van de Europese eenwording, dan is dat dus een leugen. Men zal wel gedacht hebben dat het een leugen was om ons bestwil: eerst moeten wij, de burgers, die euro accepteren, en dan kan er gewerkt worden aan de acceptatie van verdere integratie, oftewel een verdere afkalving van de soevereiniteit van de lidstaten. De strategie blijft achterbaks, een democratie onwaardig.
Vanwaar die politieke integratie? Het heeft met macht te maken. Het succes van de euro hangt af van de politieke samenhang van Europa. Munten functioneren nu eenmaal slecht in politiek instabiele situaties. Wil een munt een wereldmunt zijn, zoals de euro pretendeert, dan moet dat politiek waargemaakt worden. De geschiedenis is daar al te duidelijk over. De ervaring van de Engelsen tijdens de Tweede Wereldoorlog is veelzeggend. Alles hadden ze over voor de continuering van een sleutelrol voor de pond sterling. Met veel kunst en vliegwerk hadden ze de pond verdedigd ondanks het feit dat de VS in economisch opzicht de Engelse economie reeds voorbijgestreefd waren.
De Tweede Wereldoorlog maakte een nieuw ontwerp van het internationale monetaire
systeem noodzakelijk. Engeland zette zijn beste economen in voor de onderhandelingen. Maar ook Keynes kon niet voorkomen dat de Amerikanen de sterkste troeven hadden. Zo geschiedde het dat de dollar de sleutelrol kreeg toebedeeld in het befaamde Bretton Woods-systeem. Dit betekende dat buitenlanders, maar vooral de oliesjeiks, bereid waren dollars te accepteren als betaalmiddel, met als gevolg dat inmiddels zestig procent van alle dollars en dollartegoeden buiten de VS circuleren. Dat is fantastisch voor de Amerikanen, maar ze betalen er ook een prijs voor. Al die dollars maken het noodzakelijk dat Amerika nu en dan zijn spierballen laat zien en ingrijpt wanneer er trammelant is in het Midden-Oosten, en dat alles om het vertrouwen in de dollar vast te houden. Een wereldmunt heeft een wereldmacht nodig. De Japanners konden en wilden zo'n wereldmacht niet zijn en daarom is de yen ook geen wereldmunt, ook al was de Japanse economie de tweede economie ter wereld.
Nu is euroland de tweede economie ter wereld. En zijn politici willen dat de euro een wereldmunt wordt. We zullen het weten. Dit betekent dat de eurolanden niet alleen een gezamenlijk economisch en sociaal beleid zullen moeten voeren, maar vooral ook een gezamenlijk buitenlands beleid. Een Europees leger is onvermijdelijk. Een eigen buitenlands beleid voor Nederland zit er niet meer in. Zoiets duldt de euro niet.
Om die macht waar te maken zal verdere centralisatie noodzakelijk zijn. Gedonder met onverantwoordelijke overheden die te gemakkelijk toegeven aan veeleisende vakbonden en de eigen begroting uit de hand laten lopen, kan euroland niet verdragen. De eurocraten zullen er alles aan doen om de manoeuvreerruimte van afzonderlijke lidstaten in te perken. De nachtmerrie is een Argentijnse toestand in een land als Italië. Stel, dat land gaat failliet vanwege pensioenverplichtingen die het niet kan nakomen. In het huidige systeem heeft Italië geen instrumenten om er zelf uit te komen. Het enige wat er dan op zit, is dat de rest van euroland de Italianen uit de brand helpt. Daar zijn middelen voor nodig. En dus zal er een Europese belas ting komen. Ik zie het al aankomen: Nederlanders die belasting moeten betalen aan een entiteit waar ze weinig tot geen democratische controle over hebben. Ooit was dat een reden om tegen de Spanjaarden in opstand te komen.
Ik was tegen de euro omdat Nederland met die euro veel van zijn democratische en sociale verworvenheden zal verliezen. Nederland krijgt in Europa de rol die Texel heeft in Nederland. Dat Europa ooit een volwaardige democratie wordt met burgers die zich betrokken voelen, betwijfel ik. Het financiële regime van de euro is al verantwoordelijk voor een aanzienlijke afkalving van sociale voorzieningen en een grootse uitverkoop van de publieke zaak. Is dat de prijs die we willen betalen voor het gemak van zo'n muntje?
Zelf geef ik de voorkeur burger te zijn van een kleine, democratische, sociaal voelende, open en vitale gemeenschap. Zo'n grote eurocentrische kolos met zijn machtspretenties kan me gestolen worden. Daarbij komt dat Nederland een handelsland is, en een handelsland wil zich niet politiek binden zoals dat nu gebeurt.
Misschien woont u graag in een machtsblok dat het, met de Fransen voorop, tegen de Amerikanen wil opnemen. Misschien wilt u geloven dat zo'n groot Europa Nederland in het groot kan worden. Misschien heeft u geen moeite met dit eurocentrische gedoe, met zo'n Europese superstaat. Mijn vraag: wat als Europa politiek niet lukt? Wat als we er in democratisch en sociaal opzicht op achteruit gaan? En wat als onenigheid de lidstaten van elkaar vervreemdt? Dat zou niet de eerste keer zijn in de geschiedenis. Is de euro bestand tegen politieke instabiliteit?
Het antwoord is nee. Met 15 en straks 22 kapiteins op het schip houdt dit politieke Europa geen stand. Daarom is de euro geen lang leven beschoren. Het komt goed uit dat we nu weten dat de overgang naar een andere munt goed mogelijk is, en nog leuk ook.