Het soepbord met euros en de gang naar Canossa

Mootz
dinsdag, 05 juni 2012 om 00:00
welingelichtekringen header 1
Het ministerie van Financiën heeft deze week een kortlopende staatslening uitgegeven tegen nul procent rente. Het betekent dat geldschieters bereid zijn voor nop geld aan Nederland uit te lenen.
Fijn voor de financiering van de staatsschuld, fijn voor de belastingbetaler. Als iemand nog twijfelt of Nederland voordeel heeft van de euro: gratis geld, wat wil je nog meer.
Het kan nog gekker. Beleggers in Duitse staatsleningen zijn bereid om geld toe te geven. Duitsland verdient op de uitgifte van kortlopend schuldpapier, want de rente is negatief.
De keerzijde van de extreem lage rente in Nederland en Duitsland is de extreem hoge rente die Italië en Spanje moeten betalen voor hun schuldpapier. Onze nul-rente is dan ook geen prestatie om te koesteren, maar een bewijs van de extreme spanningen die in het eurostelsel optreden. Sterker, het is een illustratie dat de financiële markten erop speculeren dat het stelsel uit elkaar kan klappen. Ze zetten liever hun kapitaal tijdelijk weg zonder er een rentevergoeding voor te krijgen, dan om het risico te lopen meegesleept te worden in de vrije val van de probleemlanden.
In Europa speelt zich hetzelfde af wat gebeurde tijdens financiële crises in ontwikkelingslanden: het kapitaal stroomt met bakken weg uit landen. Daar betrof het flitskapitaal (dollars op zoek naar rendement) dat zich terug trok, in Europa gaat het om euro’s die binnen de eurozone blijven. Ze stromen uit de risicovolle zuidelijke landen naar de veilig geachte noordelijke landen. Het is als een soepbord dat scheef gehouden wordt: de soep blijft op het bord, maar verplaatst zich naar één kant. Op de andere helft blijft hooguit nog een bodempje soep over.
In de vrije kapitaalmarkt van de eurozone kunnen zich dergelijke ontwrichtende bewegingen voordoen omdat er bij de oprichting van de monetaire unie niet is voorzien in een pomp die de euro’s terug kan sluizen. Deze rol van circulatiepomp zou de Europese Centrale Bank moeten vervullen, maar dat mag niet van het Verdrag van Maastricht. Via slimme manieren omzeilt de ECB dit verbod, maar Duitsland en Nederland verzetten zich snoeihard tegen onbeperkt rondpompen van geld in de eurozone.
Deze tekortkoming in het eurostelsel moet snel aangepakt worden. Er is nu een ‘bende van vier’ bezig verregaande voorstellen uit te werken die op de top van de Europese regeringsleiders, 27 en 28 juni, besproken gaan worden. Die vier zijn Mario Draghi, de president van de ECB, José Barroso, de voorzitter van de Europese Commissie, Jean Claude Juncker, de voorzitter van de eurogroep, en Herman van Rompuy, de voorzitter van de Europese Raad. Zij vertegenwoordigen de centrale bank, de Commissie, de euroministers van Financiën en de Europese regeringsleiders. En ze hebben haast.
De druk om de gaten in het eurostelsel te dichten is gigantisch. De Griekse parlementsverkiezingen van 17 juni, de Franse parlementsverkiezingen, het bodemloze gat van de Spaanse banken en het zigzagbeleid van de Spaanse premier Rajoy – alles zorgt voor gierende onzekerheid. Niets is fnuikender voor een economie dan gebrek aan stabiliteit. Geen wonder dat de Franse president François Hollande sinds kort het Duitse sleutelwoord ‘stabiliteit’ hanteert als hij het over zijn groeistrategie heeft. Daarmee hoopt hij de Duitse bondskanselier voor zich te winnen. En Angela Merkel? Die moet zich verdiepen in de tocht van de Duitse keizer Hendrik IV in 1077 naar Rome: de gang naar Canossa.
Bron(nen): Bron afbeelding