Maxime Verhagen: Ik ben een open boek, ik zal nooit iemand achter zijn rug onderuit trappen'

Politiek
zaterdag, 02 juli 2011 om 00:00
welingelichtekringen header 1
Minister en vice-premier Maxime Verhagen (CDA) geeft zelden interviews. Waarschijnlijk overgehaald door zijn voorlichter staat hij Volkskrant Magazine toe tot het stellen van vragen, met de idealen van het CDA op een paar A4-tjes onder handbereik. Over zijn (on)betrouwbaarheid: ‘Op het moment dat iedereen roept:‘Hallo, hij is niet betrouwbaar’, dan denken ze: het zal wel , het staat in de krant.’ Over zijn hang naar macht: ‘Ik ben niet in de politiek gegaan om bloemetjes water te geven. Het zou vreemd zijn als een politicus niet zou willen dat zijn partij aan de knoppen zit. Alleen maar een standpunt of een ideaal verkondigen zonder dat je dat omzet in beleid, is leuk, maar wij zijn geen getuigenispartij.’
Over zijn opmerking over de standpunten van Wilders (‘In zo’n land wil ik niet leven’,) toen hij nog minister van Buitenlandse Zaken was: ‘Absoluut, als hij het alleen voor het zeggen had. Ik sta voor de waarden en normen die horen bij onze beschaving, ons land.’ Met een blik op zijn A4’tjes: ‘Ik kom op voor de rechten van de mens, ik wil dat we in Nederland normaal met elkaar omgaan, ik wil dat mensen die het echt nodig hebben ondersteuning krijgen, maar dat ze ook zelf verantwoordelijkheid nemen voor de samenleving, ik wil dat ze hun brood verdienen, dat ze niet worden gedwarsboomd door allerlei overbodige regels of afhankelijk zijn van subsidies. Als ik het idee had dat ik die idealen niet zou kunnen verwezenlijken met deze regering, dan was ik er niet ingestapt. Al hadden ze me het premierschap aangeboden, dan had ik het nog niet gedaan.’ En over zijn woedeaanvallen zegt hij: ‘Ik ben heel straight, ik ben een open boek, ik zal nooit iemand achter zijn rug onderuit trappen, ik zaag nooit aan iemands stoelpoten, maar op het moment dat iemand zich niet houdt aan zijn afspraken, heeft hij een probleem met mij. En als je je zaakjes niet kent, dan heb je aan mij een hele kwaaie.’ .
Bron(nen): de Volkskrant