Angst in relaties (deel 1)

Samenleving
zondag, 29 april 2012 om 00:00
welingelichtekringen header 1
Als koppels naar een relatietherapeut gaan, spelen angsten en spanningen daarbij heel vaak een grote rol. Dat zegt Dr. Susan Heitler, psycholoog, relatietherapeut en auteur van een aantal boeken over relaties.
Angst kan je plotseling overvallen of erin sluipen zonder dat je er erg in hebt en onderhuids aanwezig blijven. Het is meestal geen prettig gevoel dat samen kan gaan met allerlei klachten, zoals hartkloppingen, een oppervlakkige ademhaling, buikpijn, misselijkheid, gespannen spieren, slapeloosheid, enz. Het kan je ook behoorlijk hinderen in je dagelijks functioneren.
De meeste mensen willen er dan ook zo snel mogelijk vanaf. Het probleem is echter dat hoe harder je ertegen vecht, hoe meer kans je hebt dat je er alleen maar meer problemen bij krijgt: zoals woedeaanvallen, depressies en verslavingen (alcohol, drugs, kalmeermiddelen, maar ook eetverslavingen, workaholisme, enz). Dan ben je dus nog verder van huis.
Wat lokt angst uit? Angst is eigenlijk heel nuttig. Het is een waarschuwingssysteem dat je er op wijst dat er potentieel gevaar dreigt. Dat voorkomt dat je zonder uit te kijken een drukke straat oversteekt. Mensen zonder angst leven doorgaans niet lang. Dat moet je ook niet willen. Angst wordt pas problematisch als je alarmsysteem te gevoelig is (als het huisalarm afgaat als er een mug op het raam landt) én als het normale gevoel van angst je er niet toe brengt om adequaat te handelen, zoals achteruit deinzen als je een auto ziet aankomen als je wil oversteken. Pathologische angst verlamt je: je kunt niets meer doen, je kunt zelfs niet meer bedenken wat je zou kunnen doen.
3 manieren om ervoor te zorgen dat het niet erger wordt
Fout 1: Bedenk wat anderen denken en voelen Angst is een slechte raadgever. Interpretaties van wat anderen denken en voelen zijn dan ook meestal verkeerde interpretaties. 'Gedachten lezen' is geen goede gewoonte. 'Ze zal wel denken dat ik ...', roept meestal onnodig veel angst en zorgen op. Als beide partners zo reageren, kom je al gauw in een vicieuze cirkel terecht. Zij denkt dat hij niet meer van haar houdt, omdat hij minder tijd met haar doorbrengt en trekt zich terug. Hij voelt zich afgewezen en stort zich op zijn werk, waardoor hij nog minder tijd met haar doorbrengt, enz.
Fout 2: Vermijd het probleem aan te pakken en de ander erop aan te spreken Mensen zijn bang om het probleem aan te pakken en voor de gevolgen daarvan. Stel dat ik aan mijn partner vraag of hij een ander heeft, ... Zolang ik die vraag niet stel, is het niet zeker dat het zo is, maar evengoed blijf ik er dag in dag uit over piekeren. Zo hou ik het probleem in stand. Soms durven mensen de ander er niet op aan te spreken omdat ze bang zijn dat het gesprek eindigt in een ruzie. Als je de ander meteen beschuldigt, is de kans ook groot dat dit zo is. Beter is om je proberen in te leven in de positie van de ander en in 'ik-termen' te spreken: 'ik heb het gevoel dat ...' in plaats van 'jij doet altijd ...'.
Fout 3: Loop op de feiten vooruit, richt je op wat er in de toekomst mis kan gaan in plaats van op het heden Als mensen zich al bij voorbaat zorgen maken over iets wat misschien ooit gaat gebeuren, zeggen ze vaak: 'Stel dat ...'. Een ander signaal is zich zorgen maken en piekeren. Daarbij bedenken ze de naarste dingen over wat allemaal zou kunnen gebeuren en vergeten ze te genieten van wat er vandaag gebeurt.
Hoe kun je dan wel beter met je angst omgaan? Dat volgt in deel 2 (over een week)
Bron(nen): Psychology Today