De grote gevaren van IVF

Wetenschap
woensdag, 18 februari 2009 om 00:00
welingelichtekringen header 1
Ruim 30 jaar geleden, op 25 juli 1978, werd Louise Brown geboren, het eerste kind ontstaan uit reageerbuisbevruchting, ofwel IVF. Twee jaar geleden kreeg Louise haar eerste eigen kind, langs natuurlijke weg. Sindsdien is de behandeling miljoenen keren uitgevoerd en uitgegroeid tot een medische routine. Want hij is ongevaarlijk. Of toch niet?
Het blijkt niet ongevaarlijk, maar ouders willen dat niet weten. Onderzoekers zijn zich altijd blijven afvragen of er toch niet enig gevolg zou zijn voor het DNA, de genen of anderszins vanwege het feit dat de vrucht de eerste beslissende periode op onnatuurlijke wijze doorbracht, namelijk buiten het menselijk lichaam. En nu de periode waarover gegevens beschikbaar zijn zo lang is (dertig jaar), beginnen ook antwoorden te komen over de vraag of er inderdaad geen risico's kleven aan IVF. Het antwoord lijkt te zijn: er zijn wel degelijk risico's, ze waarschijnlijk niet groot, maar wel ernstig.
In een gezaghebbende en zeer omvangrijke studie van de Centers for Disease Control and Prevention komt aan het licht dat baby's die met IVF zijn verwekt een licht verhoogde kans hebben op sommige geboortedefecten, zoals een gat tussen de twee hartkamers, een hazenlip, een slokdarmafwijking en een slecht gevormd rectum. De onderzoekers wijzen er op dat de gevonden verschillen niet extreem groot zijn, maar ze zijn er wel. "We zijn het er in de wetenschap intussen wel over eens dat wel degelijk risico's verbonden zijn aan IVF", zegt Richard M. Schultz, plaatsvervangend decaan van de University of Pennsylvania.
Maar er blijken nog andere risico's. Dr. Elizabeth Ginsburg, president van de Society for Assisted Reproductive Technology, meent dat vaststaat dat er risico's zijn op genetische defecten, die niet veel voorkomen, maar wel verwoestende gevolgen hebben. Een van de genetische defecten betreft het Beckwith-Wiedemann syndroom, dat leidt tot nierkanker of leverkanker en afwijkingen zoals en veel te grote tong. De kans op het Beckwith-Wiedemann-syndroom is bij IVF tien keer groter dan bij normale zwangerschappen. Niet dat de kans erg groot is, maar wel erg veel groter.
Ook het Angelman-syndroom wordt er van verdacht iets te maken te hebben met IVF. Dat syndroom leidt tot geestelijke achterstand, motorische defecten en het onvermogen te spreken.
Nu langzamerhand vaststaat dat er gevaren verbonden zijn aan IVF, zijn wetenschappers verbaasd over twee dingen: dat ouders niet vragen naar die risico's en dat behandelend artsen het ze ook niet vertellen.