Behandeling op maat helpt bij fibromyalgie

Wetenschap
donderdag, 16 december 2010 om 00:00
welingelichtekringen header 1
Fibromyalgie is een chronische aandoening, die voorkomt: bij 2 tot 10% van de bevolking. De belangrijkste klachten zijn: pijn, stijfheid, slapeloosheid en vermoeidheid. Deze klachten gaan vaak samen met angst en depressiviteit. De exacte oorzaak is onbekend, maar de invloed ervan op de kwaliteit van leven is groot. Er zijn geen geneesmiddelen om de aandoening te genezen. Patiënten nemen vaak hun toevlucht tot pijnstillende, slaapbevorderende of kalmerende middelen, doorgaans met weinig resultaat.
UIt het promotieonderzoek van Saskia van Koulil, die morgen promoveert aan de Radboud Universiteit, blijkt dat een groot deel van de patiënten met fibromyalgie baat heeft bij een gerichte groepsbehandeling. Het gaat om een intensieve therapie van 2 maal per week gedurende 8 weken. Naast cognitieve gedragstherapie krijgen de deelnemers gerichte oefentherapie, ontspanningsoefeningen en hydrotherapie om op een goede manier te leren bewegen. Ze leren om constructief tegen hun ziekte aan te kijken en er gedragsmatig en mentaal beter mee om te gaan.
Van Koulil pleit voor een behandeling op maat. Voor patiënten die relatief goed met de ziekte kunnen omgaan lijkt de meerwaarde van de intensieve combinatietherapie beperkt. Het is daarom van belang om de deelnemers aan de behandeling vooraf te screenen, zodat alleen degenen geselecteerd worden die er baat bij kunnen hebben.
Verder werd de therapie afgestemd op het profiel van de patiënt. Mensen met fibromyalgie kun je grofweg indelen in twee groepen. Sommigen proberen te voorkómen dat ze pijn krijgen door minder te bewegen en hun activiteiten te beperken. Daardoor gaat hun conditie achteruit en raken ze in een maatschappelijk isolement. De andere groep verzet zich juist tegen de pijn door actief te zijn. Ze hopen dat de klachten overgaan als je ze negeert.
Van Koulil toont aan dat het zinvol is om beide groepen afzonderlijke programma’s aan te bieden. De ene groep leert om de angst voor bewegen te overwinnen, de andere groep leert om overbelasting te voorkomen. Beide groepen geven na afloop aan dat de pijn, vermoeidheid en andere klachten duidelijk afgenomen zijn en dat de negatieve impact van de ziekte op hun dagelijks leven kleiner is geworden. Zes maanden later is dat gunstige effect er nog steeds.
Bron(nen): UMC St Radboud