Hoe kon Boris Becker 160 miljoen kwijt raken?

Beroemd
door Admin
zaterdag, 22 juli 2017 om 12:22
welingelichtekringen header 1
Het zijn zware tijden voor Boris Becker (49). Duitslands grootste tennisser aller tijden had ooit 160 miljoen euro. Onlangs is hij failliet verklaard. Hoe kon hij er in zo'n korte tijd zoveel geld door heen jagen, vraagt heel Duitsland zich nu af. Becker kan zijn tuinman niet meer betalen, zijn Maserati is weggesleept en het huis van zijn moeder heeft hij in onderpand gedaan. Dat, terwijl hij alleen al aan prijzengeld ruim 20 miljoen verdiende, zo berekende Duitse krant Bild. Aan startgeld en gages voor demonstratiewedstrijden kreeg hij nog eens 15 miljoen en als trainer van Novak Djokovic verdiende hij bijna 3 miljoen. Maar het meeste geld harkte hij bij elkaar met reclame en sponsoring: ruim 70 miljoen door zijn naam te verbinden aan tenniskleding en rackets en nog eens 50 miljoen aan reclame voor merken als Nutella of Mercedes. Een bank in Londen vroeg de rechter onlangs om de voormalige toptennisser failliet te verklaren. Behalve dat zijn hele fortuin verdwenen is, zijn er ook nog miljoenen aan schuld. Waar al dat geld gebleven is? Duitse media kunnen er alleen naar gissen. Becker heeft een dure scheiding gehad. Hij leefde zeker op grote voet met huizen in Duitsland en Londen. Maar dan nog: dat kost geen 160 tot 170 miljoen. Vermoed wordt dat Becker een aantal hele domme investeringen heeft gedaan. Er wordt gesproken over zijn ’Nigeria-connectie’ waarmee hij in Lagos tien miljoen belegd zou hebben in een oliedeal, die helemaal is mislukt. En dat zou niet de enige ongelukkige deal zijn. Voormalig zakenpartner Hans Dieter Kleeven, die ook nog miljoenen van Becker krijgt, zegt over diens financiële situatie: "Ik kan alleen zeggen dat zijn uitgaven de laatste jaren hoger waren dan zijn inkomsten. Alles is beleend. Zijn Spaanse finca, het huis van zijn ouders, zijn garagebedrijven, het huis in Londen waar zijn ex Ermakova en zijn dochter wonen, alles is in onderpand gegeven.’’
Bron(nen): De Telegraaf