Het is juist beter om niet 'in het nu te leven'

Ziekte, Gezondheid, gezondheidszorg
dinsdag, 17 februari 2015 om 15:20
welingelichtekringen header 1
Leef in het nu en je wordt gelukkig. Van zelfhulpboekje tot yogacursus en zelfs de serieuze psychologie, allemaal adviseren ze je om 'mindful' te leven, met de focus op het heden en niet op het verleden of de toekomst. Maar de menselijke geest is juist opmerkelijk goed in staat om wel terug te denken of vooruit te kijken. Sterker nog, het is lastig voor mensen om dat niet te doen. Recent onderzoek van onder meer de universiteit van Princeton toont dan ook aan dat die mentale simulatie van een andere tijd een doel heeft. Het in gedachten aan andere tijden denken, geeft namelijk betekenis aan het leven. Zowel terug- als vooruitblikken helpt mensen hun leven zin te geven. Tot die conclusie kwamen de onderzoekers na het bestuderen van fMRI-scans van tachtig mensen. Ze keken naar de connecties in het neurale netwerk dat verantwoordelijk is voor het vermogen tot simulatie. Ze redeneerden dat mensen met sterkere connecties in dit netwerk ook een hogere mate van zingeving zullen ervaren. Na de scan moesten de deelnemers een enquête invullen waarin onder meer werd gevraagd naar de mate van betekenis die ze toekenden aan hun leven. De onderzoekers kregen gelijk: hoe sterker het vermogen om aan andere tijden (of plaatsen) te denken, hoe betekenisvoller mensen hun leven ervoeren. Uit aanvullend onderzoek kwamen dezelfde resultaten: een groep mensen die zich een moment in het verleden of in de toekomst moest voorstellen vond het leven zinvoller dan een groep die aan het heden dacht. De verklaring is simpel: de gebeurtenissen waaraan je terugdenkt of op vooruitblikt zijn belangrijker, intenser en interessanter dan het heden. Eerder onderzoek toonde al aan dat mensen die het leven als zinvol ervaren gelukkiger en gezonder zijn. Het lijkt erop dat het dus goed is om in ieder geval niet altijd in het nu te leven, maar af en toe even de blik op het verleden of de toekomst te richten.
Bron(nen): Slate