Opgroeien in armoede van invloed op je latere eetgewoontes

Ziekte, Gezondheid, gezondheidszorg
maandag, 22 februari 2016 om 17:03
welingelichtekringen header 1
Uit een onderzoek van de Texas Christian University blijkt dat mensen die opgroeien in armoede als volwassene meer eten terwijl ze geen honger hebben, ongeacht hoe rijk of arm ze dan zijn. Uit eerder onderzoek was al gebleken dat armoede in de kindertijd een risicofactor is voor obesitas, maar wat de achterliggende mechanismen zijn was nog niet duidelijk. Uit het huidig onderzoek blijkt dat vroegkinderlijke ervaringen misschien biologisch ingebed worden en zo van invloed zijn op de behoefte aan eten tijdens de verdere levensloop. Deze biologische blauwdruk zou kinderen helpen om te overleven in een armoedige omgeving door op zoek te gaan naar voedsel op momenten dat het beschikbaar is en niet alleen als ze honger hebben. Aan deze studie namen 31 vrouwelijke studenten deel. Vrouwen met obesitas, een voedselallergie of diabetes mochten niet meedoen aan het onderzoek. De studenten kregen een kom met chocolate chip cookies en een kom met pretzels voorgeschoteld en er werd hen gevraagd om beiden te proeven en te beoordelen. Daarna kregen ze te horen dat ze de rest van de koekjes en de pretzels mochten opeten, terwijl ze wachtten op het volgende onderdeel van de studie. De onderzoekers noteerden hoeveel ze hadden gegeten. Vervolgens werd hen gevraagd om te denken aan hun jeugd voor ze 12 waren en aan te geven of het gezin relatief rijk of arm was. Als gekeken werd naar verschillen tussen hongerige studenten met een relatief rijke of arme achtergrond, werden geen verschillen gevonden in de hoeveelheden die ze aten. Dit verschil trad pas op als ze niet echt honger hadden. In dat geval aten studenten die uit een relatief arm gezin kwamen beduidend meer dan studenten met een rijke achtergrond. In een ander experiment mochten de deelnemers kiezen tussen gewone frisdrank of een light variant. Ook hier werd alleen een verschil gevonden naargelang hun achtergrond op momenten dat ze weinig trek hadden.