Wat moeten we met nieuwe verkiezingen?

Mootz
dinsdag, 01 mei 2012 om 00:00
welingelichtekringen header 1
Filosoof Etienne Kuypers vraagt zich af wat voor een samenleving we eigenlijk willen: een markteconomie of een marktsamenleving. Maar gaan individuele vrijheid en algemene welvaart wel samen?
Tegenwoordig is alles te koop. Draagmoeders, immigratierechten, organen, seks, etc. Het is wachten tot het moment wanneer je je gezicht kunt verpatsen om er advertenties op te plaatsen. De markt regeert ons hele leven, het gaat niet alleen om materiële zaken, de economie heeft het totale sociale leven gekoloniseerd.
Begin jaren tachtig van de vorige eeuw stellen Ronald Reagan en Margaret Thatcher dat niet de politiek, maar de markteconomie welvaart en vrijheid kunnen garanderen voor de burgers. Bill Clinton en Tony Blair remmen het marktvriendelijke liberalisme iets af, maar ze blijven geloven in de markt als belangrijkste middel om welvaart te realiseren. De financiële crises in 2008 en 2011 hebben ertoe geleid dat we dit marktgericht denken in twijfel moeten trekken. Het is vooral de uitbreiding van marktwaarden over sociale gebieden waar ze niet behoren, waardoor we zijn genoodzaakt een publiek debat in gang te zetten over de rol die de markteconomie in onze samenleving kan spelen. Onderwijs en gezondheidszorg zijn belangrijke voorbeelden hiervan.
Om de markt te gebruiken voor opvoeding en medische verzorging is een nieuwe ontwikkeling. Het stimuleert namelijk de ongelijkheid in de samenleving. We moeten ons dan ook afvragen welke normen de verschillende domeinen van het sociale leven mogen domineren. Als we besluiten dat alles te koop moet zijn, dan corrumpeert de markteconomie in een marktmaatschappij: een samenleving waarin marktwaarden doordringen tot het menselijke gebied. En dit is precies het manco van de hedendaagse politiek: de rol van de markt in de moderne samenleving en de persoonlijke relaties. Sociale relaties worden immers meer en meer gevormd door de markt. Willen we een markteconomie of een marktsamenleving?
Het marktdenken moet worden gereguleerd. De recente financiële crises zijn namelijk symptomen van het failliet van het functionerende systeem en vereist een nieuw politiek spectrum. Het marktgericht denken is tot een einde gekomen. Miljoenen mensen zijn in de westerse wereld werkloos geworden. De politiek heeft hiertoe echter niets ondernomen. Het systeem vervolgt de traditionele weg. Er wordt te weinig moreel geoordeeld over de impasse. We zijn daarom genoodzaakt te debatteren over morele grenzen van de markt, omdat het uiteindelijk erom gaat dat de economie een bijdrage levert aan de algemene welvaart van alle burgers.
Gaan individuele vrijheid en algemene welvaart samen? In het eerste geval wordt geopteerd voor een volledig vrije markt. Het tweede geval betreft de vraag of de totale samenleving moet worden gecommercialiseerd. We moeten ons dus afvragen waar het marktgericht denken wel en niet moet worden toegelaten. Hieraan ligt de fundamentele vraag ten grondslag: wat voor soort samenleving willen we eigenlijk? Hoe meer we kunnen kopen, hoe meer we van elkaar vervreemden. Dan leven we namelijk in gescheiden werkelijkheden en spelen we verschillende rollen. Een democratische samenleving wil niet zeggen dat iedereen aan elkaar gelijk is, maar het betekent wel dat burgers een zekere mate van gemeenschappelijkheid onderkennen. Verschillende werelden binnen een gezamenlijk alledaags leven. Het is derhalve niet wenselijk dat alles te koop is, er moet een restgebied zijn dat voor elk mens beschikbaar is. Die visie schiet helaas geen wortel in de hedendaagse politiek. Wat moeten we dan met nieuwe verkiezingen?