Rusland wil minder buitenlandse trainers

De Russische voetbalbond wil het aantal buitenlandse coaches terugdringen. Clubs uit de hoogste Premjer Liga moeten met ingang van komend seizoen een éénmalige boete betalen van 123.000 euro, als zij een niet-Russische coach in dienst hebben. 'Moskou' wil de doorstroming van jongere trainers uit eigen land bevorderen, zo meldt Voetbal International. Negen van de zestien clubs uit de Premjer Liga hebben een buitenlandse coach onder contract. Onder hen Guus Hiddink, trainer van FC Anzhi, en Luciano Spalletti bij Zenit Sint Pietersburg. De bond wil de boete voor de clubs besteden aan de opleiding voor (jeugd)trainers. Volgens VI hebben de clubs vanwege die nuttige investering in meerderheid ingestemd met de ongewone maatregel. Maar de voorzitter van FK Krasnodar, Galizki, veroordeelt het besluit. 'Het zijn communisten. Denken ze soms dat Russische clubs teveel verdienen en dat ze ons kunnen bestelen. Deze club zal geen cent betalen.' Bij Krasnodar traint de Serviër Muslin. De Russische bond maakt voor de bondscoach een uitzondering. De Rus Yuri Semin was in 2005 de laatste uit eigen land. Sindsdien viel de nationale ploeg onder het gezag van Hiddink, Advocaat en nu Fabio Capello. In de huidige stand van de Premjer Liga staat CSKA Moskou 8 punten voor op Zenit en 10 op Anzhi. Krasnodar neemt de achtste plaats in.