Graag gaan wij zo nu en dan naar Burke's Corner, een piepkleine website die ergens op Brits grondgebied wordt gemaakt. De samensteller houdt zich schuil en zijn naam is niet bekend, maar de verwijzing naar de bekende Ierse politicus en filosoof zegt voldoende: hier spreekt een conservatief. Het aardige van Burke's Corner is dat met zekere afkeer wordt gekeken naar de moderne tijd en dat kan geen kwaad, want bijna iedereen is altijd maar dolenthousiast om alles wat nieuw en modern is. Een eenling in de massa is niet zelden de moeite waard. De laatste post gaat over de bekommernis van prins Charles om de moderne architectuur. De Britse kroonprins beijvert zich erom dat moderne gebouwen goed passen in een oudere omgeving. Zijn ideaal is dat het moderne en het klassieke goed bij elkaar aansluiten.
Dat lijkt op zich een redelijk uitgangspunt, maar wat blijkt?
Een dergelijke stellingname leidt eerder tot agressie. Er zijn kunstemakers die niks te maken willen hebben met 'vroeger' en die de opmerkingen van de prins beschouwen als een bedreiging voor het modernisme. Kunst, ook bouwkunst, zou vooral draaien om zelfexpressie en kom dan niet aanzetten met oude bouwwerken die een richtsnoer moeten zijn voor nieuwe architectonische kathedralen. Fuck de ouwe meuk. Op Burke's Corner wordt feilloos de hand gelegd op een dergelijke gedachtengang die recentelijk bijvoorbeeld de kop opstak in een belangrijke Britse krant.
Goed gezien, Burke.
De 2de link verwijst naar een column van David Brooks in The New York Times, ogenschijnlijk over heel andere zaken, maar lees hem goed - en u ziet de overeenkomsten.