De Kamer gaat de salarissen bij de omroepen bepalen. Prima, maar houd niet stil bij de grens. En wat te doen met overtreders, vraagt Berend Boudewijn zich in NRC Handelsblad af. Een stuk te aardig om in te korten:
Enkele jaren geleden heeft de Tweede Kamer de publieke omroep aangespoord naar hogere kijkcijfers te streven, met andere woorden: om meer commerciële criteria te hanteren bij de programmering. Het was dan ook verrassend dat de Kamer nu van minister Plasterk (Media, PvdA) de toezegging heeft afgedwongen dat honoraria van televisiepresentatoren en andere ‘omroepmedewerkers’ beperkt dienen te worden tot maximaal het salaris van de minister-president: de Balkenendenorm. Precisering van de term ‘omroepmedewerkers’ lijkt geboden, vandaar het onderstaande.
Diverse hoofdrolspelers in series, schrijvers van series, regisseurs en producenten verdienen meer dan JP. Die dreigen de dans te ontspringen. En zou een uurbedrag niet handiger zijn dan een jaarsalaris? JP verdient pakweg duizend euro per dag. Dat zou dan voor iedereen het maximum kunnen zijn. En dat het bijvoorbeeld cameramensen (die nu soms een hogere dagprijs hanteren) verboden wordt om meer te vragen. En hoe pakken we de cabaretiers aan, die sowieso al meer verdienen dan JP, waar de omroep dan nog een schepje bovenop doet door ruimhartige honorering van hun tv-optreden?
Dan de sancties. Ik heb de minister niet gehoord over wat er gebeurt als een omroep iemand toch te veel betaalt. Met een boete komt zo’n omroep dan wel makkelijk weg. Opheffing misschien? Voor de presentator in kwestie moet een optreedverbod of verbanning naar een ziekenomroep tot de mogelijkheden behoren.
Ook de uitzendingen van Studio Sport moeten kritisch onder loep genomen worden. Trainers en voetballers verdienen merendeels meer dan JP. Dat komt voor een belangrijk deel door de aandacht die ze elke zondagavond krijgen van de publieke omroep. Er moet toch een systeem met verdeelsleutel te bedenken zijn waarbij die clubs niet langer dik betaald krijgen, maar juist betalen aan de omroep als er een wedstrijd wordt uitgezonden (is immers reclame).
De docusoaps met Frans Bauer e.d. mogen natuurlijk niet meer. (Met uitzondering uiteraard van Jan Smit). Dat zijn welbeschouwd reclame-uitzendingen voor platen en optredens waardoor ook zij weer meer verdienen dan onze minister-president. De Tweede Kamer dient dit ook aan te kaarten op Europees niveau. Het is te gek dat ze in landen als Engeland en Duitsland en zelfs in België bij de televisie maar raak betalen. Om te beginnen dient er een boycot te komen op uitzending in Nederland van buitenlandse programma’s met artiesten die boven de norm verdienen, zoals in Engelse series.
Dit kan er uiteindelijk toe leiden dat ook Angela Merkel en Sarkozy niet meer mogen verdienen dan Jan Peter, zodat alle Europese artiesten gelijkgeschakeld kunnen worden. Nederland kan hierin weer eens een gidsland zijn.
De volgende stap is dan New York – de Verenigde Naties. In Amerika is men overigens al op de goede weg, want daar bestaat nauwelijks een publieke omroep.
Hoewel kwaliteit voor de Kamer nu geen norm of vereiste meer is, zal de controle op dit alles desondanks behoorlijk wat voeten in de aarde hebben en veel toezicht vereisen. Daarom is het aanbevelenswaardig als de Tweede Kamer wekelijks een vergaderdag inlast ter beoordeling van de publieke omroep. Tevens kunnen dan ook televisieprogramma’s getoetst worden. Aan inzet zal het niet ontbreken op dit gebied. Per saldo is nu al een aanzienlijk deel van de Kamervragen gebaseerd op televisie-uitzendingen. Inspirerend in deze kunnen zijn: president Chavez in Venezuela, met zijn eigen vaste tvprogramma, en Berlusconi in Italië, die persoonlijk de inhoud van de RAI-programma’s controleert.
Tijdens die beraadslagingen kan de Kamer dan ook bepalen welke vijf presentatoren zo uitzonderlijk zijn dat ze meer mogen verdienen dan de Balkenendenorm. Die moeten overigens eerst bewijzen dat hun programma’s minder goed worden zonder hun medewerking. Ik zou zeggen: hier ligt de kans voor een meeslepende serie televisieprogramma’s vanuit de Tweede Kamer in de trant van ‘Op zoek naar…’, met de Kamerleden als deskundige jury.Kamer begint bij de publieke omroep