Xenofoob: Maxime Verhagen houdt pleidooi voor vreemdelingenangst

Politiek
dinsdag, 28 juni 2011 om 00:00
welingelichtekringen header 1
Vanavond houdt CDA-(beetje)leider Maxime Verhagen een toespraak over de vreemdeling in ons midden. Hij vindt dat Henk en Ingrid groot gelijk hebben dat ze bang zijn voor al die bruintjes. Letterlijk: 'de angst voor vreemdelingen is terecht. " Hij zegt dat hij, Verhagen, ook bang is. En dat Henk en Ingrid dus gerust op hem kunnen stemmen. De tekst (dankzij NRC):
We leven in een tijd van onbehagen. De meeste Nederlanders zijn tevreden met hun eigen leven, maar veel minder met de maatschappij waarvan ze deel uit maken. Onzekerheid is een levensgroot kenmerk van deze tijd.
Niet alleen economisch, niet alleen de baan en het inkomen, maar breder. Hoe gaat ons land eruit zien? Blijft Nederland nog wel Nederland als er zoveel buitenlanders bij komen? Blijft mijn buurt wel mijn buurt als er weer een kerk gesloten wordt en er een moskee wordt gebouwd? Waarom passen de nieuwkomers zich niet aan ons aan? Zij hebben geen last van mij ik wil ook geen last van hen hebben. Ze pikken toch niet de baan van mijn zoon in? Alles is zo duur geworden in Nederland; wordt mijn pensioen straks ook nog gekort? Hoe zit het eigenlijk met de boodschappen die ik doe: wat kan ik nu wel en wat kan ik nu beter niet eten van die producten uit het buitenland en zit die buitenlandse ziekte nu ook in onze groente of in ons vlees? Moeten we ook niet gewoon helemaal af van al dat buitenlandse gedoe en kunnen we niet – letterlijk – beter onze eigen boontjes doppen? Het buitenland kost toch alleen maar geld en levert weinig op behalve problemen. Europa: ik weet dat er veel geld naar toe gaat maar ik zie er niets van terug. Waarom bemoeit Brussel zich überhaupt met ons? Ja, ik zie dat als er een ander land failliet gaat dat we dan nóg meer geld geven. Sinds wanneer zijn wij een liefdadigheidsinstelling..?
Dit onbehagen is door de traditionele politieke partijen, ook door mijn eigen CDA, lang weggezet als een foutieve reactie op de snelle veranderingen in de wereld. Heus, alles zou goed komen.
Maar dit onbehagen is begrijpelijk. Het is niet meer vanzelfsprekendheid dat onze kinderen het beter zullen hebben dan wij. De samenhang in steden en dorpen is verdwenen door de komst van individualisering, immigranten vanuit de hele wereld en een complexer wordende samenleving. De traditionele verbanden van kerk, partij en vereniging bestaan niet meer. In Brabant verdwijnen de komende tien jaar 237 van de 287 kerken. Het levensbeschouwelijke kompas dat wij van huis uit meekregen, heeft plaatsgemaakt voor een vrijheid die vaak meer beangstigt dan bevrijdt.
Kort door de bocht of niet: het zijn terechte zorgen van mensen. Hoe je er vervolgens op inspeelt en mee omgaat is een tweede. Ik denk dat de onzekerheid van mensen in onze huidige tijd dé voedingsbodem voor populisme is. Niet hun zorgen zelf zijn populistisch maar de antwoorden van bepaalde leiders die er zelf beter van willen worden. Die er populair van willen worden. Terwijl de sociaal wenselijke antwoorden van andere leiders het onbegrip ten opzichte van de zogenaamde Haagsche zakkenvullers vergrootte.
Hoe ga je hiermee om als politieke partij? Aan welke kant staan wij als CDA? Wat is ons christen democratisch antwoord? Mijn dank gaat uit naar het WI voor de boeiende bijdragen die zijn gemaakt over het thema populisme. Ik ken het WI als grondig, degelijk, intellectueel en koersvast.
II PARTIJ Het eigen verhaal Het onbehagen moet ook het onbehagen zijn van een volkspartij als het CDA. Anders laten we de mensen over aan populistische partijen die dit onbehagen wel benoemen, en daarvoor worden beloond met de ene verkiezingsoverwinning na de andere. Een groot deel van de mensen die PVV stemden, zijn onze mensen. Met hun zorgen. Ik wil niet blind zijn voor de voedingsbodem van populisme, voor de onvrede in de samenleving, voor de onzekerheid van mensen. Ik heb begrip voor de zoektocht naar houvast en stabiliteit. Het is hetgeen professor Gabriel van den Brink eerder noemde in zijn boek ‘Moderniteit als Opgave’. Mensen zoeken rust, stabiliteit en overzicht. Juist omdat alles, nabij en in de wereld, al zo snel gaat, hunkeren de mensen naar dit overzicht. Overzicht waar constant door vooral de progressieve elite met veel dedain als ‘burgerlijk en bekrompen en spruitjeslucht’ op afgegeven werd. Dat dit jarenlang gedaan is, moeten we onder ogen zien. En dan hoeven we niet terug naar de jaren vijftig of naar een idealistische heilstaat, die er niet komt.
Het CDA moet een christendemocratisch antwoord op het onbehagen vinden. Het populisme zal nooit het antwoord van het CDA kunnen zijn. Tegelijkertijd moeten we de zorgen niet afdoen als onfatsoenlijk of stellen dat je dat niet mag vinden. Wij willen luisteren naar de mensen, maar we willen meer doen dan wat mensen willen en zeggen. Het CDA wil richting geven en mensen overtuigen vanuit zijn beginselen. De wil van het volk is nooit absoluut. Ze wordt begrensd door de rechtstaat, de vertegenwoordigende democratie en internationale verdragen. Het volk kan ook ontsporen; denk aan de manier waarop Socrates en Jezus ter dood werden veroordeeld. Het CDA wil altijd rechtvaardigheid en zijn beginselen vooropstellen en niet de wil van de toevallige meerderheid.
De Leitkultur uitdragen Het grote verschil tussen populisme en christendemocratie is dat wij als CDA, dat ik, wil luisteren naar mensen, maar ook richtinggevend willen zijn. Vanuit beginselen. Niet vluchtig, maar gefundeerd. Populisten vinden in de regel dat de overheid zich met te veel bemoeit, dat de belastingen te hoog zijn, dat massale immigratie een probleem vormt, dat de islam vaak nogal onbeschaafd is. Met die standpunten kun je het oneens zijn, maar het is wel erg gemakzuchtig ze meteen als onredelijk te diskwalificeren. Politiek moet meer zijn dan doen wat mensen willen en zeggen. En natuurlijk, ook een volkspartij als het CDA moet primair buiten Den Haag acteren, luisteren naar de mensen, maar ook een visie neer durven zetten.
We moeten om te beginnen de joods-christelijke wortels van ons land en ons werelddeel erkennen. Het CDA moet dit durven uitdragen. Onze historie, cultuur en onze ongeschreven omgangsvormen. Daarbij hoort overigens ook nieuwsgierigheid naar andere culturen en tradities. Dat de multiculturele samenleving is mislukt, mag geen reden zijn om weg te kruipen achter de dijken, en alles wat vreemd is bij voorbaat af te wijzen.
Het populisme is een overreactie op de verheerlijking van het multiculturalisme: het nemen van westerse waarden van nu als superieur en afwijkingen daarvan als niet gewenst. Het CDA zegt ook dat het einde van het multiculturalisme terecht is. Poets het idee van leitkultur weer op, benadruk dat het primaat ligt bij westerse waarden, maar laten we niet naar binnen gekeerd raken. “Onderzoek alles, maar bewaar het goede”. Dus een gezonde openheid naar andere culturen, tradities en mensen is noodzakelijk voor een vitale cultuur. Populisme vreet aan die gezonde basis.
Hoe willen we als CDA de waarden die horen bij onze cultuur in de praktijk vorm geven? Het vertrouwen in politieke partijen, is tot op het nulpunt gedaald. De levensduur van regeringen neemt af. Zodra ze met maatregelen zijn gekomen, worden ze weer weggestemd. Of het nu gaat om christendemocraten, liberalen, socialisten of weer anderen: regeren is creperen. Brown in Engeland, Zapatero in Spanje, Obama in de VS, Merkel in Duitsland: allemaal verloren ze (tussentijdse) verkiezingen. Het onbehagen is groot en het geduld van de kiezers kort.
Subsidiariteit In wezen geven de oude encyclieken dit prima aan. De katholiek sociale leer zoals die sinds eind 19e eeuw geformuleerd is, heeft veel waarden in zich. En ook deze leer geeft aan dat er een weg is tussen kil marktliberalisme en compromisloos socialisme. De katholiek sociale leer benoemt het subsidiariteitsbeginsel en geeft ieder mens, ieder persoon binnen zijn of haar gemeenschap een taak. Een persoonlijke verantwoordelijkheid. Deze beginselen passen bij het CDA. Wat betekent dat in het licht van populisme? Dat mensen hun onvrede niet moeten uiten door te wijzen naar anderen, maar de samenleving zelf moeten helpen inrichten. De overheid faciliteert daarbij. Niet meer. Dat zou het CDA meer moeten benadrukken. De mensen zijn zelf aan zet. Wanneer mensen de samenleving zelf inrichten, hebben ze niemand in Den Haag meer nodig die zegt dat er een kloof bestaat tussen hen en de politiek. Niet roepend dat de elite niet deugt en niet eens in het jaar stemmend over een referendum. Neen, echt betrokken.
Instituties Ontaardt dat in individualisme en najagen van eigen belang? Ik denk het niet. Mensen maken deel uit van een gezin en een familie, leven in een stad of dorp, zijn actief in een sportclub of een vakbond. Als CDA-er wil ik een lans breken voor instituties – let wel: niet instituten – in onze maatschappij. Het zou onterecht zijn als we die als ouderwets terzijde schuiven. Ze zijn een noodzakelijke buffer tussen de mensen en de overheid, tussen het leven van alle dag en de staat. Instituties moeten meegaan met nieuwe generaties en mee-ademen met de tijd; maar wel blijven ademen en hun achterban blijven vertegenwoordigen! Wanneer ze dat niet doen, dan raken ze gedateerd, worden minder relevant en uiteindelijk overbodig. Kijk naar het tanende draagvlak in de samenleving voor de publieke omroepen, de woningbouwcorporaties of de natuurbeschermingsorganisaties.
Een hyves, twitter-account of facebook-groep kunnen nieuwe verschijningvormen zijn van oude instituties. Zelfs de katholieke kerk, een instituut dat onder vuur ligt vanwege ethische schandalen, is in de loop der eeuwen veranderd. Had de kerk dat niet gedaan, dan had ze allang niet meer bestaan. Ook hier geldt weer dat de sociale media instituties juist kunnen versterken, moderniseren en een nieuwe functie geven. De website van het Vaticaan is één van de modernste. Inderdaad: beeldcultuur past bij katholieken.
Juist omdat het CDA niet blind op enkel markt of overheid vertrouwt, breek ik een lans voor eigentijdse instituties. Ik zet me af tegen partijen als D66 en de PVV, die tegen instituties tekeer gaan. De laatste schopt ertegen als bolwerken van de elite, de eerste wil ze afschaffen en vervangen door een directe democratie. En toch, zonder instituties zou de buffer tussen burgers en de overheid weg zijn. Ik denk dat de mensen, voor wie populisten zeggen op te komen, kwetsbaar zijn zonder instituties; het gevoel van rust, stabiliteit en overzicht nog meer zouden missen.
III POLITICI Afstandelijke nabijheid We kunnen de echte vraagstukken van deze tijd pas op- en aanpakken, wanneer de mensen in hun nabijheid zich veilig voelen. Gelukkig zijn. CDA-politici moeten het vertrouwen terugwinnen van de mensen om hen heen. Dat kan als ze als leiders tussen de mensen staan. Net als de kapelaan vroeger: gezaghebbend, maar toch in de buurt. Vertegenwoordiger van het instituut kerk, maar ook tussen de mensen. Afstandelijke nabijheid, zo zouden CDA’ers wat mij betreft politiek moeten bedrijven en moeten besturen. Wij moeten er zijn voor de mensen voor wie het allemaal te snel gaat met Europa, internet en de wereldeconomie. Het is het subsidiariteitsbeginsel vanuit de katholiek sociale leer, het is zorgen dat de straat, school en ziekenhuis goed zijn. Dan krijgen we ook het vertrouwen dat nodig is voor het oplossen van de ingewikkelde, mondiale vraagstukken; van de eurocrisis tot en met klimaatverandering.
Het CDA ziet het hebben van een talent eerder als een verantwoordelijkheid dan als een voorrecht. Mensen op hogere functies in de politiek, in de rechterlijke macht, in het bedrijfsleven en bij publieke instellingen als verpleeghuizen en woningbouwcorporaties zitten op bevoorrechte posities niet voor zichzelf, maar voor het algemeen belang, ook voor de gewone man. Dat lijkt een open deur maar dat is het niet. We hebben ook daar als CDA’ers van weggekeken.
Vraagstukken Welke zijn de echte vraagstukken van deze tijd? Ik denk dan aan een goed functionerende arbeidsmarkt, integratie en het gemeenschappelijk fundament van culturele waarden, energiezekerheid en het duurzaam voortbestaan van onze aarde, Europese samenwerking en de antwoorden op de vergrijzing in onze samenleving. Terecht benoemt mijn voormalige collega Ab Klink in CD Verkenningen de prestaties van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA. Ik daag het WI uit ook de komende jaren deze thema’s uit te werken met inhoud, durf en ideeën. Ook als we daar als kabinet misschien af en toe wat zenuwachtig over zouden kunnen worden.
C van het CDA De C van het CDA betekent voor mij dat we meer zijn dan een politieke partij. En dat politiek meer is dan beleid: Politiek gaat ook over moraal, over beginselen en betrokkenheid bij mensen. Het CDA zou een maatschappelijke beweging moeten zijn, geworteld in vele duizenden verenigingen in sport, cultuur, religie en maatschappij. Met een eigen denktank met een voortdurende stroom van ideeën en oplossingen. Met kennis van de maatschappij. Meer een coöperatieve vereniging dan een BV. Meer samenleving dan Den Haag. We willen geen politiek bedrijven vanuit de waan van de dag, maar vanuit onze beginselen en onze betrokkenheid met de mensen.
Het CDA weet dit als geen ander. Het CDA weet wat het is om te regeren en wat het is om te moeten bouwen aan politiek profiel om er na een nederlaag weer bovenop te komen. In het verleden waren regeren en opbouw vaak twee verschillende periodes. Het opmerkelijke aan de huidige situatie is natuurlijk dat we zowel regeren en tegelijkertijd werken aan een opmars. Dat maakt het extra interessant en uitdagend; helemaal in een tijd waarin mensen gevoelig zijn voor populisme.
De echte prijs Maar na meer dan 25 jaar in de politiek weet ik dat de populariteitsprijs, niet de prijs is waar je het voor doet. Als voormalig Europarlementariër en als voormalig minister van Buitenlandse Zaken noem ik een fors kritiekpunt richting Wilders en de PVV; en dat is dat de positie van Nederland in de wereld. De PVV wil het zogenaamde heartland creëren. En dat zou een Nederland moeten zijn met een hek er om heen. En zeker, de internationale vraagstukken zijn niet niks. Maar het is kansloos, negatief en een illusie om te denken dat een hek om Nederland alles oplost en dat we kunnen wegkruipen achter de dijken. We kunnen het ons niet veroorloven om alleen met ziekenhuis, straat en school bezig te zijn. Europa, Euro, een open economie, handel, een vrij verkeer van kapitaal en mensen zijn cruciaal! Juist voor ons als christendemocraten, die aan de wieg van de Europese samenwerking stonden. Samenwerking die heeft geleid tot vrede, stabiliteit en economische groei.
Ik leid regelmatig missies met Nederlandse ondernemers en een sterk Nederland is een Nederland dat gericht is op de wereld. Dat was in de Gouden Eeuw en dat is nu. En de makkelijke lokroep van de PVV naar kiezers om het buitenland af te schilderen als eng, gevaarlijk en profiterend is onjuist, kortzichtig en slecht voor onze economie en samenleving. Nederland wordt sterker door Europa en door in het buitenland samen met onze bondgenoten op te komen voor onze gedeelde waarden.
En natuurlijk is ‘Den Haag’ nodig. Niet als startpunt, niet als de maat der dingen, maar als sluitstuk. Omdat bepaalde zaken nu eenmaal politiek afgehecht moeten worden. Maar het primaat ligt in de samenleving. Het vertellen van een gefundeerd verhaal dat soms de publieke opinie trotseert, en het nemen van de verantwoordelijkheid die daarbij hoort, kan leiden tot verlies van populariteit. Het op afstand houden van populisme doet politieke pijn. Dat besef ik me als leider van het CDA-smaldeel in het kabinet terdege. Toch ben ik ervan overtuigd dat dit op den duur waardering zal oogsten. Juist in een tijd van onbehagen zoeken zwevende kiezers partijen met principes.
En dan is het zijn van een volkspartij het beste wapen tegen populisme.