Jejoen Bontinck over hoe je een jihadstrijder wordt

Samenleving
zaterdag, 27 september 2014 om 9:25
jejoen
De bekendste Vlaamse Syriëstrijder Jejoen Bontinck (19) staat maandag met 45 anderen terecht in Antwerpen. Hij wordt verdacht van lidmaatschap van de Belgische terroristische organisatie Sharia4Belgium. In vertelt hij hoe je een goede jihadstrijder wordt. 'Je moest eerst 20 dagen op trainingskamp. Dat bestond uit drie onderdelen: conditietraining, tactische training en lezingen. De conditietrainingen begonnen na het ochtendgebed en bestonden uit lopen, trainen van het bovenlichaam en de benen. Die training werd gegeven door Abu Mushab, een Egyptenaar die opgeleid was bij de Special Forces', aldus Jejoen. 'Daarna volgde het ontbijt, en dan kregen we tactische training. Hier werd geleerd hoe er met een wapen moest worden omgegaan. Men simuleerde ook aanvalsposities en we leerden wat we moesten doen bij een aanval van een vliegtuig. Er werd ook geoefend op welke gebaren men moest maken. De tactische trainingen duurden ongeveer 2 uur. Nadien begonnen dan de lezingen. De voertaal in het trainingskamp was Arabisch, maar alles werd vertaald naar het Nederlands.' De Syriëstrijders moeten hooguit één keer per maand deelnemen aan een veldslag. De rest van de tijd hangen zij rond in hun villa waar alles voorhanden is: internet, PlayStation, flatscreens. Maar Jejoen weigert te vechten, zo zegt hij zelf. De anderen denken daarom dat hij een spion is. Zij gooien hem in de cel en dreigen hem te executeren. Wanneer Jejoen akkoord gaat om mee wacht te lopen aan de checkpoints van Islamitische Staat in Duarina, komt hij weer vrij. In zijn vrije tijd bezoekt hij een internetcafé in Aleppo en kan hij contact leggen met zijn vader. Jejoen volgt de richtlijnen van zijn vader op en komt met het gratis openbaar vervoer tot in een ziekenhuis vlak bij de Turkse grens. Het lukt hem uiteindelijk om vrij te komen. En daar is hij achteraf blij om. 'Ik wil niet meer terug naar Syrië of andere plaatsen waar er oorlog is. Ik wil hier mijn leven opbouwen en normaal functioneren en niet meer zo extreem denken als daarvoor.'