
"Ik voelde me kwetsbaar, omdat ik dacht dat er in indringer was in de badkamer. Ik vreesde voor mijn leven en voor dat van Reeva, met wie ik in bed nog sprak vlak voor de gebeurtenis.
De aanklager heeft geen enkele basis om te bewijzen dat ik Reeva zou hebben willen vermoorden.
De getuige die een ruzie zou hebben gehoord woont meer dan 100 meter verder op, met het raam aan de verkeerde kant.
De plaats van de gebeurtenissen is onzorgvuldig behandeld en met bewijzen is geknoei. Dat zullen we in de rechtszaak laten zien."






Loading