Waarom je koophuis geen goede investering is

Economie
maandag, 12 mei 2014 om 14:36
welingelichtekringen header 1
Topeconoom en Nobelprijswinnaar Robert Shiller legt het haarfijn uit: een huis moet je niet zien als een goede investering, maar als een plaats om te wonen. De huizencrisis heeft dat nogmaals bevestigd, maar ook zonder die crisis verdien je op de lange termijn niet veel aan een huis. Shiller vindt het vreemd dat mensen nog steeds geloven dat hun huis langzaam meer waard wordt, ondanks dat de geschiedenis anders uitwijst. Tussen 1890 en 1990 zijn de huizenprijzen, gecorrigeerd voor inflatie, nauwelijks veranderd. Het idee dat huizen meer waard worden is gebaseerd op de huizenbubbel van een aantal jaar geleden. Amerikanen verwachten ondanks de huizencrisis nog steeds dat hun huis elk jaar met zes procent in waarde toeneemt. Het kan heel goed zijn dat de komende decennia de huizenprijzen juist langzaam zullen blijven dalen. Dat gebeurde ook in de eerste helft van de twintigste eeuw. Ook toen vroegen economen zich af hoe dat kon. De conclusie was: natuurlijk gaan huizenprijzen naar beneden, net als veel andere gefabriceerde goederen eigenlijk. Er is zoiets als technologische vooruitgang. Werden in 1900 huizen nog helemaal met de hand gemaakt, in 1950 zijn er allerlei gereedschappen en prefab materialen bijgekomen. Dat maakt het bouwen van een huis goedkoper. Over twintig jaar worden huizen misschien wel helemaal automatisch gebouwd met veel goedkopere materialen. Huizen verslijten ook en raken uit de mode. Mensen willen over twintig jaar een moderner huis dan nu, zo denkt Shiller. Hij zegt nooit dat mensen geen huis zouden moeten kopen. Ze moeten alleen hun verwachtingen bijstellen.
Bron(nen): USA Today