Koningin in geldnood

Samenleving
door Admin
vrijdag, 03 juli 2009 om 00:00
welingelichtekringen header 1
Koningin Elisabeth komt niet langer uit met het geld dat ze ter beschikking heeft voor het onderhoud van haar onderkomens. De kastelen en paleizen waar ze door het jaar heen verblijft, bevinden zich inmiddels in een bedenkelijke staat van onderhoud. En hoe minder geld er voorhanden is, hoe slechter de gebouwen worden. Voor onderhoud aan de grote bouwwerken, Buckingham Palace (in Londen – voor door de week) en Windsor Castle (bij Londen – voor de weekends, zie foto) is jaarlijks 17 miljoen euro beschikbaar. Is niet genoeg. Op Buckingham is het koperen dak boven de balzaal waar voorname buitenlandse gasten worden ontvangen, niet meer waterdicht. En in de tuin van Windsor staat het mausoleum met daarin de overblijfselen van Koningin Victoria en prins-gemaal Albert er vervallen bij. Al jarenlang ging de toelage voor de koningin ter bestrijding van allerlei kosten niet omhoog. De huidige afspraken stammen uit 1990 en dat begint te knellen. Jaarlijks kost de Britse monarchie de belastingbetaler alles bij elkaar (reizen, representatie, onderhoud, personeel, etc.) 48 miljoen euro en er zijn monarchisten die dit een koopje vinden; moet je eens kijken, zeggen ze, wat we ervoor terug krijgen. Bovendien betaalt de familie gewoon belasting over haar bezittingen (grootgrondbezit, onroerend goed) die inkomsten genereren; in 2008 was dat meer dan 100 miljoen, dus feitelijk hebben de Engelsen hun vorstin voor een koopje. Slecht nieuws voor het Huis van Oranje, want dat komt er niet goed vanaf als deze zaken worden vergeleken. De Oranjes betalen geen belasting, onderhoudskosten aan hun kastelen en paleizen zijn voor rekening staat, zoals ook alle andere gemaakte kosten royaal worden vergoed. Bovendien liggen de jaarlijkse kosten voor het draaiend houden van de monarchie hier boven de 100 miljoen op jaarbasis, het dubbele van de Britten. Dat de Oranjes alles voor niets krijgen, is niet alleen bijzonder listig, het is ook erg knap om in zo’n piepklein koninkrijk ieder jaar 100 miljoen op te maken.