China komt, onderzoekt en overwint

Ze hadden al met afstand de grootste bevolking en de meeste executies per jaar. Ze zijn de tweede economie van de wereld en wellicht ook wel de tweede militaire mogendheid. Op allerlei gebieden hebben de Chinezen zichzelf de afgelopen tien jaar op de wereldkaart gezet. Maar de Chinese ontwikkeling gaat door. Sinds kort is China niet alleen de grootste producent van goedkoop plastic speelgoed, inmiddels is ze ook de op een na grootste producent van wetenschappelijke kennis. Alleen de Verenigde Staten produceren nog meer kennis op jaarbasis. De tijd dat de Chinese economie gedomineerd werd door steenkoolmijnen en sweatshops lijkt tot het verleden te behoren, schrijft de New Scientist.
In het Westen is altijd keurig een percentage van het nationaal inkomen gereserveerd geweest om te besteden aan wetenschap en techniek. Dit percentage is sinds 1945 altijd ongeveer gelijk gebleven. Drastische verhogingen van dit budget zijn we hier niet gewend. In China is dat wel anders. Daar is het bedrag wat uitgegeven wordt aan wetenschap van 1996 tot 2007 jaarlijks met grofweg 18 procent verhoogd. Het aantal studenten aan Chinese universiteiten staat momenteel op 25 miljoen, vergeleken met slechts 5 miljoen in 2001. Om nog maar te zwijgen van alle Chinezen die hun studie in het buitenland volgen. Als dit zo doorgaat, streeft China de VS in 2020 voorbij op het gebied van wetenschappelijk onderzoek. De landen van de EU heeft het op dit moment al ver achter zich gelaten. De historische dominantie van het Westen is voorbij, en moet aangepast worden aan de nieuwe wereldorde. Dat we de economische race niet meer van China kunnen winnen is al jaren duidelijk, maar de nieuwe concurrentie zouden we wel even winnen op de kenniseconomie, stelde het kabinet jaren geleden. Die kenniseconomie is tot op heden nooit overtuigend van de grond gekomen. Maar ook deze concurrentiemogelijkheid lijkt nu te verdwijnen.

Bron(nen): NewScientist