Kunnen dromen de toekomst voorspellen?

Wetenschap
dinsdag, 22 februari 2011 om 00:00
welingelichtekringen header 1
Veel mensen geloven dat hun dromen een voorspellende waarde hebben. Uit onderzoek blijkt dat 1/3 van de Britten dat fenomeen minstens 1 keer in hun leven meemaakt. Er zijn genoeg bekende voorbeelden: Abraham Lincoln droomde over een moord 2 weken voor hij werd doodgeschoten; Mark Twain beschreef een heldere droom waarin hij zijn broer in een doodskist zag liggen een paar weken voordat deze gedood werd door een explosie.
Vooral na een ramp zijn er mensen die achteraf beweren dat ze erover droomden. Een Engelse psychiater, John Barker, onderzocht dit in 1966 in een dorpje in Wales, Aberfan. Nabij Aberfan was een steenkolenmijn en het slik werd op de heuvels rond het dorpje gestapeld. Door zware regenval veranderde het slik in een zwarte brij, die naar het dorp stroomde en de dorpsschool overspoelde. Een paar kinderen werden gered, maar 139 andere en 5 leraren vonden de dood. Barker plaatste een oproep in de krant waarin hij vroeg of mensen, die de ramp hadden voorzien in een droom, zich wilden melden. Hij kreeg 60 brieven, waarvan meer dan de helft ging over een voorspellende droom. Frappant was die van de ouders van een 10-jarig meisje dat bij de ramp was omgekomen. Zij had een droom waarin ze niet naar school kon, 'omdat er geen school meer was: er was iets zwarts overheen gekomen'. Een ander voorbeeld: een vrouw had de avond van tevoren gedroomd over een groep kinderen die opgesloten zaten in een rechthoekige kamer. In haar droom, werd het einde van de kamer geblokkeerd door houten balken waardoor de kinderen niet konden ontsnappen. En dat ging zo maar door.
Hoe kun je dat verklaren? In de jaren '50 ontdekte men dat als je iemand vlak na de REM slaap wakker maakt, hij zich zijn droom meestal herinnert. Iedereen heeft gemiddeld 4 dromen per nacht. Die treden na circa 90 minuten op en ze duren ongeveer 20 minuten. Bijna iedereen droomt in kleur. Sommige dromen zijn bizar, maar de meeste bestaan uit dagresten. Geluiden, licht en andere stimuli worden vaak in een droom verwerkt (dromen dat je de voordeurbel hoort, als de wekker gaat).
De meeste dromen vergeet je snel, tenzij er iets gebeurt dat je eraan herinnert. De inhoud van die ene droom komt weer naar boven en die van vele andere niet. Na de ramp in Aberfan bv. zagen mensen het zwart uit hun dromen achteraf als kolenbrij, een rechthoekige kamer als een school, enz. Het meisje dat bij de ramp overleed zag 'iets zwarts', maar dat kan ook het gevolg zijn van een onbewuste angst. De lokale overheid waarschuwde al jaren voor de gevaren van het opstapelen van kolenslik op de heuvels.
Er is ook een statistische verklaring. Neem een willekeurige Brit en noem hem Brian. Stel dat Brian elke nacht van zijn 15e tot zijn 75e droomt. Dan zal Brian gedurende 21.900 nachten dromen. Stel dat een gebeurtenis zoals die in Aberfan slechts 1 keer per generatie plaatsvindt en wijs die op basis van toeval aan een bepaalde dag toe. Stel dat Brian zich slechts 1 droom over nare gebeurtenissen herinnert. De kans dat Brian zijn 'rampzalige' droom droomt in de nacht vóórafgaand aan de ramp is 1 op de 22.000. In de jaren '60 woonden ongeveer 45 miljoen mensen in Groot-Brittannië en als iedereen dezelfde kans heeft op een droom zoals die van Brian, dan zijn er ongeveer 2.000 mensen, die dit in 1 generatie meemaken. Dit principe wordt de Wet van de grote aantallen genoemd en houdt in dat ongewone voorvallen waarschijnlijker worden als er maar genoeg mogelijkheden zijn om dat voorval te laten plaatsvinden.
En dan is er nog het feit dat mensen geneigd zijn om patronen te zien waar ze niet zijn. Neem de Rorschach-test hierboven: het zijn gewoon inktvlekken, maar mensen zien er de gekste dingen in. 'Paranormaal begaafde' mensen blijken nog veel meer patronen te zien bij dit soort tests.
Of neem de volgende test: kijk naar de stip en hou je ogen en hoofd stil. Na een paar seconden verdwijnt de grijze cirkel rond de stip. Als je hoofd beweegt, komt hij weer terug. Dat fenomeen heet 'sensorische habituatie': je zintuigen passen zich aan en nemen niets meer waar als er geen veranderingen plaatsvinden. Als je een kamer inloopt, ruik je koffie, maar als je er langer blijft ruik je het niet meer.
Volgens professor Sue Blackmore staat dat principe centraal bij uittredingen of 'out of body experiences' (OBE's). Mensen ervaren OBE's in situaties waarin ze weinig en onveranderlijke prikkels ervaren, bv. als je stil ligt met je ogen dicht. Door het gebruik van spierontspannende medicatie (slaapmiddelen) neem je nog minder waar. Zo wordt de persoon al snel blind voor de weinige informatie die hij krijgt. De hersenen construeren dan een beeld van waar hij is en wat hij doet. Maar ook hier moet je een bepaalde aanleg voor hebben. Mensen met veel fantasie hebben meer kans om een OBE mee te maken.
paranormality dot 001
Uit: Paranormality: Why We See What Isn't There van Richard Wiseman (verschijnt op 4 maart 2011)