"Kunst is alleen bedoeld voor jongens die de beurs hebben getild"

Boeken
zondag, 19 juni 2011 om 00:00
welingelichtekringen header 1
In 'Kunstwonderen' maakt Komrij zich vrolijk over de uitwassen van de opgeblazen kunstkritiek, de van de mensen losgeraakte museumwereld en de overspannen kunstmarkt. Het is niet makkelijker geworden van kunst te genieten, vindt Komrij. Kunst draait uitsluitend nog om geld. ‘Design was vroeger bedoeld om mensen smaak bij te brengen. Gooi die Mechelse kasten eruit, zet er mooie, strakke dingen voor in de plaats. Nu is design en kunst alleen bedoeld voor jongens die de beurs hebben getild en iets thuis willen hebben staan dat nog duurder is dan wat een collega heeft. En de journalistiek doet daar aan mee. Ze berichten alleen over kunst als een werk een recordbedrag heeft opgebracht,’ zegt Komrij in Knack
Weerzinwekkend, noemt hij het: deze kunst waar hij helemaal buiten staat. ‘Ik wil kunst die ik, als ik even spaar, ook kan aanschaffen. Geen kunst waar ik alleen een polaroidje van aan de muur kan hangen – als de kunstenaar tenminste geen polaroids maakt en verkoopt voor anderhalf miljoen.’ ‘Maar hoor je musea daartegen protesteren?’ vraagt Komrij zich af. ‘Kunst is heilig. Als kunstenaars snobdingen maken, halen ze die massaal in huis. Opgezette haaien die gaan rotten, inderdaad. Installaties van planten en bloemen. En o wee, als je daar om lacht. Op lachen staat een verbod. Maar bij mij komt onmiddellijk de sadistische gedachte op dat de musea al die prullen tot in de eeuwigheid in originele staat moeten bewaren. Daar moeten ze aparte, dure restauratieateliers voor inrichten. Die gedachte doet mij groot genoegen. Hun verdiende straf.’
‘Het gaat in de kunstkritiek niet om de betekenis,’ zegt Komrij. ‘Die teksten zijn alleen maar signalen die uitzenden: wij horen erbij, wij weten waarover we het hebben.’ En waarschijnlijk is het vooral zo storend omdat het hun vak is dat de kunsthistorici en de curatoren bezoedelen, denkt hij. ‘Ze zitten aan onze taal. Aan ons materiaal. Daar moeten ze vanaf blijven. Dat moeten ze aan een vakman overlaten. Ze reageren arrogant als jij aan de kunst zit en zelf verkrachten ze de literatuur.’
Bron(nen): Knack