Nieuwe darmbacterie ontdekt waardoor je makkelijker afvalt

Ziekte, Gezondheid, gezondheidszorg
donderdag, 10 juni 2021 om 11:00
153402905
Een middel dat je minder dik maakt, er wordt al jaren naar gezocht, is het nu gevonden? Misschien, een beetje. Belgische onderzoekers ontdekten dat een darmbacterie onze vetmassa kan verkleinen.
Het gaat om de Dysosmobacter welbionis. "Waarschijnlijk mede omdat de bacterie butyraat produceert, een molecule waarvan bekend is dat die het risico op darmkanker vermindert door de darmbarrière en de immuniteit te versterken”, vertelt biomedicus Matthias Van Hul tegen Het Laatste Nieuws. “Bij een analyse van 12.000 stoelgangstalen van over de hele wereld bleek bovendien dat Dysosmobacter minder aanwezig was bij mensen met type 2-diabetes. Zelfde vaststelling voor obesitas: hoe meer overgewicht, hoe minder de bacterie aanwezig was. Terwijl die wel gevonden werd bij 70 procent van de deelnemers.”
Maar daarmee is een positief effect nog niet aangetoond. Daartoe togen de onderzoekers naar muizen. Van Hul: “Om het positief effect te bewijzen hebben we de bacterie dagelijks in orale vorm toegediend aan muizen, in combinatie met een vetrijk dieet. Normale voeding voor muizen bevat 11 procent vet, deze muizen hun maaltijden bevatten 60 procent vet. Na 13 weken waren de muizen met gezonde voeding 9 gram aangekomen. In een controlegroep die alleen vette voeding kreeg maar geen behandeling met de bacterie, waren de muizen gemiddeld 19 gram aangekomen. De muizen die Dysosmobacter kregen in combinatie met de vette voeding, waren 13 gram zwaarder geworden: we zagen dus een halvering van de toename van het lichaamsgewicht. De muizen hadden nog dezelfde spiermassa, alleen vetpercentage was gedaald."
De muizen hadden ook een betere bloedsuikerspiegel, doordat de bacterie het aantal mitochondriën verhoogt. "Dat zijn energiefabriekjes in de cellen die vet verbranden. Er werd tevens een sterk ontstekingsremmend effect gezien.”
De bacterie kan in de toekomst mogelijk echt ingezet worden als medicijn, maar daarvoor is er eerst nog heel veel onderzoek op mensen nodig.
Bron(nen): HLN