Hebben fitte vrouwen kleinere kans op borstkanker?

Mootz
maandag, 28 mei 2012 om 00:00
welingelichtekringen header 1
Arts en publicist Ivan Wolffers over het verband tussen borstkanker en  levensstijl  (eten, slapen, bewegen, alcohol, stress). Dat verband is ingewikkeld maar je kunt het niet ontkennen. Wolffers: "
Gezonder leven biedt een kans, geen garantie
Deze week verscheen in een vaktijdschrift een artikel over de mogelijk gunstige invloed van beweging en fitheid op ontstaan en verloop van borstkanker.  Er is al meer onderzoek verschenen over de relatie tussen fitheid en borstkanker en geleidelijk aan ontwikkelt zich consensus onder deskundigen dat vrouwen die wat lichter zijn en fit omdat ze hun leven lang voldoende bewegen een minder grote kans hebben op borstkanker. Verder wordt steeds duidelijker dat deze vrouwen waarschijnlijk ook beter de behandeling doorstaan. Bovendien lijkt het erop of voldoende beweging ook na de behandeling een gunstig effect heeft.
Omdat ik het idee huldig dat informatie geen privébezit is van mensen en dat die gedeeld moet worden twitterde ik iets over dit onderzoek en deed daar de link naar het online magazine bij: HealthDay, een door de Amerikaanse overheid gesponsorde website die als enige taak heeft informatie naar allerlei groepen te verspreiden. Dat het goed lukt is duidelijk omdat je als het eenmaal daar verschenen is je het in alle toonaangevende Engelstalige media terug ziet.
Tot mijn schrik zag ik dat er geërgerd op de tweet gereageerd werd. “Wat een onzin! En degenen die doodgingen waren zeker te lui.” En: “Aanname is snel gemaakt dat degenen die doodgingen aan borstkanker niet genoeg gefitnesst hebben. Dat is ECHT onzin.” En: “Dit leidt tot vooroordelen bv: als je dunner was geweest, had je je kanker kunnen voorkomen. Daar hebben patiënten niets aan.”
Het is jammer dat mensen epidemiologische onderzoeken, die iets over samenhang en risico´s bloot leggen, individualiseren en omdraaien. We weten immers allang dat het ontstaan van borstkanker gecompliceerd is en dat de basis gelegen moet zijn in hormonale processen en alles wat in onze omgeving daar weer invloed op heeft, zodat een vaak erfelijke aanleg op borstkanker de kans krijgt zich te ontwikkelen.
Het gaat bijvoorbeeld om het tijdstip van de eerste en de laatste menstruatie, om borstvoeding geven, het aantal kinderen dat vrouwen krijgen (of juist niet) en de leeftijd waarop, het slikken van oestrogenen gedurende de overgang. Het kan ook gaan om alcoholgebruik, de hoeveelheid slaap en stress omdat die ook invloed hebben op de hormoonklok, wat we eten en de hoeveelheid beweging. Het betreft een subtiel samenspel van factoren en wetenschappelijk is het een enorme uitdaging de verbanden keihard aan te tonen.
Een deel van deze factoren hebben mensen niet onder controle, maar er zijn ook wat factoren die te maken hebben met ons gedrag. Veel van dat gedrag wordt weer gestuurd door aanleg en leefomgeving. Als je je leven lang in een consumptie bevorderende wereld leeft, hoe kun je dan nog beseffen dat je te veel en ongezond eet? Als je in een steeds efficiëntere wereld nauwelijks nog beweegt hoe kun je dan weten dat je voordeel kan hebben van wat meer beweging? Maar als je het wel weet kun je je voordeel ermee doen. Het biedt geen enkele garantie, maar een kans. Het zegt ook niets over schuld en verantwoordelijkheid. Zo´n manier van denken moeten we snel afleren.