Voor Overste Karremans kwamen de excuses te laat

Politiek
maandag, 20 juni 2022 om 5:33
anp 300951502
Half Nederland kent en heeft in het verleden over hem geoordeeld. Kolonel Thom Karremans was de kop van Jut in het Srebrenica-drama. Hij was het beeld van het 'verraad' van de Nederlandse Duchtbatters. Karremans dronk voor het oog van de camera's na de overname van zijn kamp door de Serviers een glaasje met de overwinnaar generaal Ratko Mladic. Mladic gaf vervolgens het bevel de moslim-mannen in Srebenica te vermoorden. Karremans heeft zich tot aan het Europese gerechtshof moeten verdedigen tegen beschuldigingen van medeplichtigheid aan de massamoord.
Hij leek zaterdag niet aanwezig, toen de regering excuses aanbood voor de wijze waarop Nederland Karremans en zijn mensen in de steek hebben gelaten. Maar tegen De Telegraaf zegt hij dat hij er was: niet op de ereplaats doe voor hem was gereserveerd, maar tussen zijn mensen. Zonder zijn kenmerkende snot en met een grote zonnebril.
Had Karremans geen individueel sorry willen horen?
„Het ging door mijn hoofd toen ik naar de beelden op de schermen keek. Ik ben de kop van Jut geweest. Ik heb fouten gemaakt, ik heb een paar niet al te slimme opmerkingen gemaakt. ’Is this for my wife’ en: ’Don’t shoot the piano player’ (tegen generaal Ratko Mladic in juli 1995, nadat Mladic de strijd had gewonnen, red.) waren niet goed, maar daar kan ik me nog overheen zetten. Mijn grootste fout realiseerde ik me anderhalve maand geleden pas toen ik me voorbereidde op een gastcollege aan de Universiteit Leiden.”
„Terwijl ik ben afgestudeerd in het verdedigend en vertragend gevecht, de hogere krijgsschool doorliep heb ik me nooit echt afgevraagd: wat als de enclave massaal wordt aangevallen? Wat zou je dan doen? Het antwoord was simpel: niks. We konden niks doen. Maar ik heb het me nooit gerealiseerd, er niet goed over nagedacht en dat is mijn fout. Maar ondanks mijn fouten, wat ik in 27 jaar heb meegemaakt en gezien alle positieve reacties van de Dutchbatters en hun thuisfront, waren persoonlijke excuses op hun plaats geweest.”
Bron(nen): De Telegraaf