De opiumoogst in Afghanistan dreigt dit voorjaar op een volledige catastrofe uit te lopen voor de papavertelers. Een mysterieuze ziekte heeft huisgehouden onder hun planten. Maar liefst vijftig procent van de oogst zou daardoor verloren kunnen gaan.
Dit is in meerdere opzichten een zware tegenvaller voor de geallieerde strijdkrachten in Afghanistan. De boeren geven de schuld aan de buitenlandse troepen en zeggen dat die de ziekte hebben verspreid. Bovendien zal de opiumprijs door de mislukte oogst de pan uitrijzen, wat gunstig is voor de Taliban, die hun strijd grotendeels financieren uit de opbrengsten van de opiumhandel.
Hoewel het van het begin af aan de bedoeling van de geallieerden is geweest de opiumteelt aan banden te leggen en te beperken, zou de mysterieuze ziekte volgens deskundigen van de VN een natuurlijke oorzaak hebben, net als vier jaar geleden. Doordat de opiumprijs nu gaat stijgen, wordt het wel veel lastiger de boeren ervan te overtuigen de teelt vrijwillig op te geven en op andere gewassen over te stappen.
De Taliban hebben steeds beweerd dat de westerse troepen erop uit waren de papavervelden te verwoesten. De mysterieuze ziekte geeft hen nu een machtig propagandawapen in handen op het moment dat de Amerikaanse en Navo-strijdkrachten op het punt staan een zomeroffensief te ontketenen om de Taliban uit Kandahar en omliggende provincies te verdrijven.