De strijd tegen doping gaat een nieuwe fase in, en daarbij neemt het wielrennen het voortouw. Een of meer wielrenners, zo meldt The New York Times, worden binnenkort aangepakt wegens dopinggebruik omdat er verbazingwekkende veranderingen in hun bloed zijn geconstateerd, en niet omdat er werkelijk sporen van prestatieverhogengde middelen zijn gevonden. Pat McQuaid, de voorzitter van de Internationale Wieler Unie, heeft verklaard dat de laatste wetenschappelijke gegevens worden verzameld om ten minste één wielrenner te kunnen aanklagen. Het zou voor het eerst zijn dat een sporter wordt aangepakt omdat er veranderingen zijn in zijn bloedprofiel, ook wel het biologisch paspoort genoemd. Met de nieuwe aanpak wil de wielerunie aantonen dat de wielersport in staat is zichzelf te zuiveren van alle schandalen van afgelopen jaren. De winnaar van de Tour de France in 2006 - Floyd Landis - moest bijvoorbeeld zijn titel inleveren, en ook de jaren daarna bleek veel topers nog te gebruiken. Wetenschappers die betrokken zijn bij de analyse van bloedprofielen, zeggen dat er drie tot zes bloedmonsters nodig zijn om een betrouwbaar profiel van een sporter te maken. Sommige teams maken al gebruik van hun eigen versie van het biologische paspoort, maar het is nog niet eerder zo systematisch toegepast als de wielerunie nu wil doen. "Het mooie van het bloedpaspoort is dat je niet elk stimulerend middel hoeft te kennen," zegt Robin Parisotto, een Australische wetenschapper die onder meer een belangrijke test heeft ontwikkeld om Epo te kunnen opsporen. "De sporters hebben een probleem als ze grote veranderingen in hun bloedprofiel moet verklaren. Dan komen ze niet weg door te verklaren dat ze de verkeerde tandpasta hebben gebruikt."
Bron(nen): The New York Times