De leukste dopingsmoezen uit het wielrennen

Sport
donderdag, 19 juli 2012 om 14:40
welingelichtekringen header 1
Of daadwerkelijk vergiftigd is, zal de komende tijd duidelijk worden. In ieder geval zegt Johan Bruyneel, de Belgische manager van de ploeg RadioShack,te geloven in de onschuld van zijn renner. Toch is dit het zoveelste dopingverhaal uit de geschiedenis. En helaas blijkt vaak dat de verklaring van de renner toch niet klopt. Volkskrant komt met zeven leuke smoezen uit de wielergeschiedenis. 1. verklaarde in september 2010 dat de oorzaak van zijn positieve test besmet voedsel was. De Spanjaard zou tijdens de rustdag rundvlees gegeten hebben besmet met clenbuterol. 2. In 1998 werden in een truck van de 104 ampullen Epo gevonden. "Die zijn voor een Russisch kinderziekenhuis", verklaarde de ploegarts. 3. De Italiaan werd in 2002 betrapt op cocaïne. De Italiaanse wielrenner verzon een heleboel smoezen: de verdoving bij de tandarts, de Colombiaanse thee van zijn schoonmoeder en karamelbonbons die zijn tante had meegenomen uit Zuid-Amerika. 4. De Belg verklaarde in maart 2002 het gebruik van epo en hormonen als volgt: "Dat spul was niet voor mij, maar voor mijn hond". 5. In 2004 bleek dat de Amerikaan ook een ander soort bloed door zijn lichaam te hebben stromen. "Bloedtransfusie? Nee, bloed van mijn tweelingbroer die in de baarmoeder overleed en waarmee ik als embryo ben samengesmolten." 6. De Italiaan werd in mei 2002 betrapt op probenicide: "Het moet de waterhoen geweest zijn die ik heb gegeten. Het vlees was verontreinigd." De ploegleiding verklaarde: "Een onbekende heeft in onze ontbijtmelk geroerd. Dat zag je in de etappe van die dag. Al onze renners moesten veel plassen." 7. De Spanjaard werd in 2007 betrapt op het gebruik van finasteride. "Dat is een middel tegen mijn haaruitval."
Bron(nen): VK