Wetenschappers staan op het punt om een unieke droom werkelijkheid te maken: communiceren met dolfijnen en walvissen. Met behulp van kunstmatige intelligentie boeken ze razendsnelle vooruitgang. Er ligt zelfs een prijs van 10 miljoen dollar klaar voor wie als eerste de taal van deze dieren ontcijfert. Het begon eind vorig jaar met een bijzonder experiment voor de kust van Alaska. Daar wisselden onderzoekers twintig minuten lang geluiden uit met Twain, een bultrug. Telkens antwoordde Twain met een specifiek geluid. Rond dezelfde tijd in Florida bootste dolfijn Zeus vier menselijke klinkers na: A, E, O en U.
En dat is nog maar het begin. Google’s nieuwe software, DolphinGemma, duikt in veertig jaar aan dolfijngeluiden om patronen te vinden. Al in 2013 leerde een groep dolfijnen een menselijk woord voor een bepaald soort zeewier. Dat is een primeur in communicatie tussen soorten.
Dan is er Project Ceti, dat zich richt op potvissen, die met snelle klikgeluiden, of “coda’s”, praten. Onderzoekers ontdekten dat ze beurten nemen, elkaar bij naam noemen en zelfs dialecten hebben. Tegen 2026 willen ze “potvis spreken”.
Wat gaan ze ons vertellen?
Walvissen en dolfijnen zijn bijzonder, omdat hun communicatie lijkt op die van ons: ze leren geluiden na te doen en geven ze betekenis. Maar er is een keerzijde. Terwijl we hun taal proberen te snappen, verstoren schepen en diepzeemijnbouw hun wereld met lawaai. Bultruggen stoppen bijvoorbeeld met zingen als schepen te dichtbij komen.
Wat als we ze eindelijk begrijpen? Hun stemmen dragen mijlenver en hun blik op tijd en ruimte verschilt van de onze. Misschien leren we niet alleen hun taal, maar ook hoe we beter voor hun leefomgeving moeten zorgen.