In 2022 knalde NASA opzettelijk een ruimtesonde tegen een asteroïde om zijn baan te veranderen. De missie, DART genoemd, was een succes en bewees dat we ons in de toekomst misschien kunnen verdedigen tegen een object dat op ramkoers ligt met de aarde. Maar drie jaar later blijkt dat die klap méér teweegbracht dan gepland.
De DART-missie (Double Asteroid Redirection Test) richtte zich op Dimorphos, een kleine maan die rond de grotere asteroïde Didymos draait. Het ruimtevaartuig, ongeveer zo groot als een koelkast, raasde met ruim 20.000 kilometer per uur op de rots af en veranderde succesvol de baan van Dimorphos. Voor NASA was dat een historische primeur: het was de eerste keer dat de mens bewust de koers van een hemellichaam veranderde.
Maar net als bij een potje biljart, bleek de botsing meer ballen in beweging te zetten. Onderzoekers van de University of Maryland ontdekten dat de inslag niet alleen Dimorphos van koers veranderde, maar ook tientallen grotere brokstukken losmaakte, die zich met hoge snelheid een weg de
ruimte in baanden. Volgens de studie in het Planetary Science Journal bevatten sommige van die brokstukken even veel bewegingsenergie als DART zelf.
Niet onbelangrijk
En dat is geen detail. Als we in de toekomst ooit een asteroïde écht moeten afwenden om een ramp op aarde te voorkomen, moeten we zeker weten dat we het gevaar niet gewoon in stukken hakken en er zo een zwerm van projectielen van maken.
Voorlopig blijft DART wel nog altijd een groot succes, maar de missie is nog niet ten einde. In 2026 komt de Europese ruimtesonde Hera aan bij het Didymos-systeem. Die zal de schade in detail onderzoeken en nagaan wat de langetermijneffecten zijn van deze unieke botsing in de ruimte.