Ensor, Kandinsky en Mondriaan voor kinderen

Cultuur
zaterdag, 19 maart 2011 om 00:00
welingelichtekringen header 1
Uitgeverij Leopold brengt samen met het Gemeentemuseum Den Haag een serie kunstboeken voor kinderen uit en bij ieder nieuw boek wordt een tentoonstelling met de originele illustraties ingericht.
James Ensor Auteur en tekenaar Marije Tolman neemt kinderen in het boek 'Ensor, de grote maskerade' mee op reis. Het wordt een wervelende tocht. Ensor ontmoet de raarste wezens: musicerende zeedieren, dansende insecten, fabeldieren en gemaskerde figuren. Waar hij ook kijkt, vindt hij stof voor zijn schilderijen. Waar zal dit avontuur hem voeren? langs de door James Ensor zo geliefde kunstlijn, waar hij allerlei vreemde dieren en wezens tegenkomt.
De tentoonstelling 'James Ensor. Universum van een fantast' is van 12 maart t/m 13 juni te zien is in het Gemeentemuseum Den Haag.
Wassily Kandinsky Nog een kunstboek voor kinderen is ‘Meneer Kandinsky was een schilder’ van Daan Remmerts de Vries.
Dit is een prentenboek, voor jongere kinderen dus, waarin de tekenaar leven, werk en evolutie van de Russische oprichter van ‘De Blauwe Ruiter’ tot leven brengt. De tekst is eenvoudig, met humor dicht bij kinderen en de leuke collages refereren aan Kandinsky’s stijl. Ook diens geluiden- en kleurentheorie krijgt hier een plekje.
1001004007525743
Piet Mondriaan En dan is er nog Mondriaan, over wie 2 boeken voor jonge lezers verschenen.
Het eerste, ‘’ van Truus Matti, is een roman die zich afspeelt in New York, waar Mondriaan het laatste deel van zijn leven doorbracht en ook zijn nieuwe stijl ontwikkelde. Linus, een loopjongen, komt er in contact met Mister Orange, een alter ego van Mondriaan. Die geeft Linus een andere kijk op de wereld en de werkelijkheid.
Ongeveer gelijktijdig werkte Wouter Van Reek aan een prentenboek over Mondriaan voor jongere lezers. In ‘’ vertelt de tekenaar-auteur hoe Kijkvogel een nieuwe toekomst zoekt en Keepvogel veeleer afwacht wat het leven zoal brengt. Uiteindelijk gaat de nieuwsgierige Keepvogel toch zijn vriend achterna. Hij belandt in de grote stad, ‘waar het lijkt alsof iedereen op weg is naar de toekomst’. Daar raakt hij zijn hond en bijna zichzelf kwijt.
voorkant6