Wetenschappers van University College London zijn erin geslaagd om van gewone koeienpoep een van de meest gebruikte grondstoffen ter wereld te maken: cellulose.
Je vindt het tegenwoordig overal: van de verpakking om je boterham tot t-shirts en karton. We hebben het over cellulose, een materiaal dat normaal gesproken uit planten wordt gehaald of met giftige chemicaliën wordt gemaakt. Maar daar komt nu verandering in.
Wetenschappers hebben namelijk een nieuwe techniek bedacht. De methode werkt als volgt: ze halen eerst de plantenresten uit de koeienmest (want koeien verteren niet alles wat ze eten) en maken daar een vloeistof van. Die vloeistof spuiten ze vervolgens onder druk in water, waardoor er als bij toverslag bruikbare cellulosevezels ontstaan.
Twee vliegen in één klap
De ontdekking slaat meerdere vliegen in één klap. Boeren zitten vaak met een mestoverschot in hun maag en tegen 2030 wordt verwacht dat de hoeveelheid dierlijke mest wereldwijd met 40 procent toeneemt. Deze nieuwe techniek zou van dat probleem een oplossing kunnen maken.
Niet alleen help je boeren zo dus van hun mestoverschot af, je maakt er ook nog eens waardevol materiaal van dat nu vaak met vervuilende methodes wordt geproduceerd. De onderzoekers zijn nu op zoek naar melkveehouders om hun uitvinding op grotere schaal te testen.