De Culturele voorhoede doet van zich spreken. Gisteren stond er een advertentie in de New York Times waarin de lezers van die krant werden opgeroepen Nederland te mijden, omdat daar een culturele
melt down plaatsvindt. Zondag begint een tweedaagse optocht, vanuit Boymans in Rotterdam naar het Binnenhof in Den Haag. Die optocht heet de
Mars der Beschaving. Twee uitingen van ongenoegen die er blijk van geven dat de culturele elite zichzelf tamelijk belangrijk vindt. De Beschaving zelf. Nou, nou.
Drie toporkesten minder en het mes in de experimentele dans en de beschaving is weg? En die anderhalf miljard aan
cultuur die gemeenten en provincies nog altijd ter beschikking stellen? Zou er een land zijn waar overheden de
cultuur zo royaal ondersteunen? Je vraagt je af wie heeft bedacht om zo doeltreffend in de eigen voet te schieten.
PS: De cijfers van de orkesten kloppen niet helemaal. Want die zijn betreffen slechts de kosten van de orkesten zelf, en niet van de waarin die orkesten optreden. Een theater ontvangt, gemiddeld, in Nederland een miljoen euro
subsidie van de gemeente. Dus eigenlijk is de overheidsbijdrage aan die operavoorstelling of de uitvoering van de Vier Jaargetijden - die het fundament van de beschaving blijkt - nog groter