Er is twee jaar door honderden Chinese ambachtslieden aan gewerkt: vanaf vandaag liggen er een slordige 100 miljoen porseleinen zonnebloempitten in het Tate Modern in Londen. Alle pitjes werden met de hand gevormd, geschilderd en vervolgens gebakken. En vanaf vandaag mag het publiek er doorheen waden, tot de enkels erin.
Kunstenaar Ai Weiwei, ook wel de Chinese Warhol genoemd, bedacht het project. Weiwei, die vanwege zijn uitgesproken politieke meningen nauwlettend door de Chinese overheid in de gaten wordt gehouden, koos niet zomaar voor zonnebloempitten. Het is de Chinese nationale snack die mensen vaak met elkaar delen op straat. Ook herinneren de pitten aan grote leider Mao die zich in zijn propaganda graag afgebeeld zag als de zon met het volk als zonnebloemen naar hem gericht. Daarnaast is porselein van oudsher een belangrijk exportproduct van China, waarmee direct wordt gerefereerd aan het actuele thema 'Made in China', aan massaproductie en de impact ervan op het individu.
Het Tate Modern prijst de verschillende betekenislagen van deze tentoonstelling, die ongetwijfeld tegengestelde reacties zal oproepen. Over wat er na sluiting ervan met de pitjes moet gebeuren, is Weiwei luchtig: 'Misschien probeer ik er wel mee te koken.' Een en ander is mogelijk gemaakt door levensmiddelenconcern Unilever, dat jaarlijks in het Tate Modern een expositie mogelijk maakt.