Miljoenen Amerikanen over de rand van de afgrond. En wat dan?

Economie
zondag, 02 augustus 2009 om 00:00
welingelichtekringen header 1
"Ik zal met de kinderen op straat komen te staan," zegt Cathy Nixon, 39 moeder van vier teenagers en werkloos sinds juni 2007. Raymond Crouse, 72, krijgt nog 190 dollar per maand werkloosheidsuitkering en dat is net genoeg om met zijn vrouw in hun huis te kunnen blijven wonen. Volgende maand stopt die uitkering en raken ze hun huis kwijt. In Amerika krijgt een werkloze maximaal 79 weken een uitkering van ongeveer 300 dollar per week. Als die 79 weken voorbij zijn, dan volgt er niets meer dan de echte armoede, verlies van je huis, van je waardigheid, van je toekomst. Er is veel charitas, veelal van religieuze komaf om de armen te helpen, in sommige staten zijn er nog wat vangnetten, maar echte oplossingen zijn er niet. De komende maanden zullen minstens 1,5 miljoen Amerikanen dat punt bereiken. Die 79 weken is voor Amerikaanse begrippen al heel royaal. In normale tijden krijgen werklozen 26 weken de tijd om nieuw werk te vinden. De bijzondere tijden hebben dat aanzienlijk verlengt. Maar aangezien de werkloosheid nog altijd stijgt, biedt de verlenging van de uitkeringsduur geen soelaas voor steeds meer werklozen. Tot eind van dit jaar zijn dat er dus 1,5 miljoen. Er zullen er daarna nog miljoenen volgen. En wat dan? Wat zal het doen met het trotse Amerika als miljoenen gewone medeburgers, mensen zoals zijzelf, halve bedelaars zijn geworden? Armoede is er altijd in de Verenigde Staten. Maar dat lag altijd aan de armoedige zelf. Dat overkwam je niet als gewoon burger. Maar nu woont de personeelschef in een tent, en eet het gezin van de ingenieur in de gaarkeuken. Komt er nu daarom opstand? Tegen de bankiers die dit aanrichten of tegen de politici? Komt er dan medeleven? Of gebeurt er niets en zoeken de armoedzaaiers het verder maar uit? Het zijn interessante tijden.
Bijgaande foto is gemaakt door Mary Elen Mark. De foto is getiteld The Damm family in their car, Los Angeles, California, 1987 (met dank aan Eddie Marsman).