Dramatische daling: er worden amper nog huizen gebouwd
In de eerste helft van dit jaar zijn slechts 16.906 nieuwe bouwvergunningen afgegeven voor nieuwe huizen, meldt het CBS. Dat is 37% lager dan een jaar eerder. Bij de koopwoningen was er zelfs een min van 45%. vergeleken met een aantal jaren terug is de teruggang veel forser, schrijft het FD.
Zo werden er in de eerste helft van 2006 nog ruim 49.000 bouwvergunningen afgegeven.
Sinds de tweede wereldoorlog zijn er nooit zo weinig huizen gebouwd.
In Limburg bleef de schade beperkt tot een min van 11%. In Utrecht was de afname met 56% het grootst.
Bron(nen): Het Financieele Dagblad
Zolang grondeigenaren (waaronder veel gemeenten) nog steeds menen de hoofdprijs te moeten vangen voor hun grond, blijft die onbebouwd.
Oplossing van deze malaise is dan ook: grondprijzen fors naar beneden. Niet meer belastinggeld in de vorm van allerlei “stimuleringsmaatregelen” en subsidies.
@Iwanov
Ik ben het helemaal met je eens! Het is absurd dat gemeenten grond doorverkoop als inkomsten bron zien zodat die een grote prijsstijging in hun zak kunnen steken zodra er een bouwvergunning op zit. Het beperkt de burger in zijn woongenot en de inkomsten zijn ook maar eenmalig.
Vanaf zo’n 160.000 euro kan je al een vrijstaand huis van zo’n 140 m2 neerzetten. Als ik voor minder dan 100.000 een stukje grond zou kunnen kopen, dan zou ik zo tekenen voor een opdracht.
(in antwoord op IwanovKapotjeplov)Tja, aangezien woningbouw decenialang gesubsidieert is en daar nu onzekerheid over is.
Een tijdje terug vertelde iemand me hoe de Nederlandse situatie van subsidiëring van de onderkant van de markt (sociale huur) en bovenkant (HRA) ontstaan is: In de jaren ’30 was er de grote crisis en lag de huizenbouw op z’n gat. Samen met de oorlog zorgde dit voor de woningnood. Omdat de lonen van mensen erg laag waren besloot de overheid dat ze in ieder geval het volgende wel konden betalen: Een dak boven het hoofd, eten en onderwijs. Dat was dus nog voor de verzorgingsstaat. De toen nog veel kleinere sociale woningbouw leende zich hiervoor en de HRA (het principe dat je een compensatie kon krijgen voor belasting op inkomen uit vastgoed, het huurwaardeforfait, als je dat met vreemd vermogen deed) bestond al.
Er was de loonmatigingspolitiek en de sociale huursector werd een van de stokpaardjes van de PvdA. Tegen de jaren ’70 begonnen de lonen echter flink te stijgen en dat was een natuurlijk moment geweest om subsidiëring van de woningmarkt aan de onderkant en bovenkant in te perken. De PvdA hield echter vast aan de verworvenheden van de sociale huursector en zaken als de huursubsidie. De reactie van de VVD en de CDA was om hakken in het zand te zetten wat betreft de HRA.
Deze impasse waarbij beide kampen in de loopgraven zaten heeft bijna 40 jaar geduurd en heeft een volkomen kunstmatige situatie gecreërd waarbij in een ontwikkeld land een kunstmatig grote vraag naar wonen bestaat. Voor elke euro die je te besteden hebt kan je immers relatief meer huis krijgen dan bijv. een vakantie, een auto, een nieuwe tv, een opleiding, etc. Het is ook niet zo dat de prijzen van woningen evenredig meestijgen met de stimulering vanuit de overheid, er is immers wel degelijk sprake van concurentie (ook in de sociale woningbouw want bouwbedrijf X zal bereid zijn om te duiken onder bouwbedrijf Y, zeker in deze tijd, om de mensen aan het werk te houden).