Achteraf is het natuurlijk makkelijk oordelen, zo geeft de nieuwe columnist van The New York Times, William D. Cohan, grif toe. Maar dat neemt niet weg dat de wereld er volgens hem nu heel anders had uitgezien als “The Three Magi of the Meltdown” de Amerikaanse zakenbank Bear Stearns bijna twee jaar geleden niet de helpende hand hadden toegestoken.
Deze drie ‘Wijzen,’ de toenmalige minister van Financiën Hank Paulson, voorzitter Ben Bernanke van de Federal Reserve (de Amerikaanse centrale bank) en Tim Geithner van de New Yorkse afdeling van de Fed (tegenwoordig Obama’s minister van Financiën), besloten in maart 2008 dat Bear Stearns niet zomaar failliet mocht gaan. Ze waren bang dat de gevolgen voor de Amerikaanse en de wereldeconomie niet te overzien zouden zijn geweest.
Maar door de bank eerst van een noodkrediet te voorzien en een dag later een overname door J.P. Morgan te arrangeren, waarbij de Fed zich garant stelde voor 30 miljard dollar aan mogelijke verliezen, gaven de drie een verkeerd signaal aan de markten. Dat leidde vervolgens zes maanden later tot de ondergang van zakenbank Lehman Brothers, de start van wat Cohan nu de ‘Grote Recessie’ noemt (naar analogie van de Grote Depressie uit de jaren dertig van de vorige eeuw).
Als de drie heren Bear Stearns wél failliet hadden laten gaan, was de Amerikaanse overheid honderden miljarden dollars minder kwijt geweest en had de werkloosheid in de VS volgens Cohan nu geen 10 procent bedragen, maar veel minder.