Een gespierd lichaam als statussymbool: "Sporten is allang geen uitlaatklep meer"

Ziekte, Gezondheid, gezondheidszorg
vrijdag, 31 januari 2020 om 11:58
hh 400217040
Extreem sporten is in. Ieder zichzelf respecterend stadje heeft een eigen marathon, in ieder dorp kun je crossfit doen. Deels werken we ons in het zweet voor onze gezondheid, maar we doen het ook om aan anderen te laten zien hoe fit we zijn.
Giselinde Kuipers, hoogleraar ­cultuursociologie aan de KU Leuven, vertelt aan Het Laatste Nieuws dat de huidige focus op gezondheid inderdaad een rol speelt. “Maar daarnaast hebben we het idee dat je dat aan het lichaam moet kunnen zien. En dan gaat het niet om een gewoon, normaal lichaam, maar het ­uiterlijk van een topsporter. Zelfs voor ons, gewone mensen met een bureaujob. Ook al zitten we de hele dag achter een computer, dan nog willen we er liefst uitzien alsof we binnenkort deelnemen aan de Olympische Spelen.”
Volgens Kuipers is een afgetraind lichaam een statussymbool geworden. “Dat is niet zo gek. Het heeft namelijk als extra voordeel dat het altijd zichtbaar is. Die dure auto? Die staat het grootste deel van de tijd op de parking. Je ­lichaam heb je daarentegen altijd bij je. Bovendien is het een teken van ambitie. Neem nu een doorsnee bedrijf. ­Tegenwoordig doen alle topmannen en -vrouwen in hun vrije tijd een triatlon of gaan ze op fietsweekend. Een marathon lopen of om vijf uur opstaan om nog tien kilometer te rennen voor je naar je werk vertrekt, is een soort van moreel equivalent geworden van succes. Het laat zien dat je ambitieus bent, en gedisciplineerd. Kortom: het is een bewijs van heel veel verschillende dingen die we in de maatschappij van vandaag erg waarderen.”
De sociologe ziet de nadelen. “Sporten is zo geen uitlaatklep meer, maar een extra druk. Natuurlijk hangt het af van wat je precies doet, maar vaak zijn het juist de mensen die al een druk leven hebben die er nog iets gedisciplineerds bij gaan doen. Op zaterdag met je vrienden gaan voetballen en vervolgens op café nog wat napraten, is veel meer een uitlaatklep dan door de week in het donker nog tien kilometer te gaan rennen. Sporten is een manier geworden om te laten zien dat je aan jezelf werkt en hoort bij het pakket van een levensstijl die ontzettend veeleisend is.”