Wilders is een levensgevaarlijke fundamentalist

Mootz
donderdag, 26 april 2012 om 00:00
welingelichtekringen header 1
In de maand van de filosofie tuimelen we van het ene debat in het andere. We worden niet alleen ondergedompeld in het neurofilosofische gewoel, ook politieke Verlichtingsfilosofen als Paul Cliteur en Afshin Ellian verheffen hun stem om niet ten onder te gaan in het filosofische labyrint. Geert Wilders opereert in hun kielzog.
Het radicale principe van de Verlichting bestaat uit de claim ten aanzien van concepten als rationaliteit, individuele autonomie, tolerantie, vrijheid van meningsuiting, vrijheid van godsdienst, etc. Oorspronkelijk wordt de democratische maatschappij gezien als een experiment dat zich hand in hand met de kritische rationaliteit moet blijven ontwikkelen. Gaandeweg is deze gedachte uitgemond in de absurde veronderstelling dat Verlichtingsdenkers als Spinoza en Kant zijn geobsedeerd door de gedachte dat er één absolute waarheid bestaat die in alle omstandigheden geldig is. Monisme. Cliteur en Ellian wijzen op de Verlichting als bakermat van de westerse beschaving. Ze verdedigen hun stellingen met dogmatische arrogantie tegenover andersdenkenden. Verlichtingsfundamentalisme dus, net zoals sprake kan zijn van moslimfundamentalisme en christenfundamentalisme. Levensgevaarlijk. De geschiedenis heeft ons immers geleerd dat fundamentalisten alles ondergeschikt maken aan de Ene Grote Idee of de Ene Ware God – nazisme, communisme, kruistochten, etc. Wilders maakt dankbaar gebruik van dit Verlichtings fundamentalisme en geeft de ‘moslimgod’ de schuld van allerlei maatschappelijke problemen.
Voornoemde Verlichtingsfetisjisten stellen dat wat we in naam van de vooruitgang zuiver dienen te denken. Het bestaan van God kunnen we niet bewijzen, dus is Hij een irrationeel restant van onze primitieve geschiedenis en moet daarom definitief uit de samenleving verdwijnen – in welke (moslim of christen) gedaante Hij ook verschijnt. De oorspronkelijke Verlichtingsdenkers zoeken naar universele concepten, maar ze beseffen dat een dynamisch bewustzijn zich steeds anders moet verhouden tot nieuwe kennis en andere omstandigheden. Ze richten zich hiermee op het realiseren van zo algemeen mogelijk geluk – zoals de Britse filosoof John Stuart Mill een eeuw later in zijn politieke filosofie verkondigt. Geen mechanistische vooruitgang dus, maar een kritische voortgang van voortdurend veranderende mogelijkheden. De globale expansie van het marktmechanisme met hieraan gekoppeld het gedachteloze consumentisme, de beknelling van de bureaucratische staat, het voortwoekerende individualisme, de dominantie van het zuivere denken, de macht van de media en de onverschilligheid ten opzichte van elkaar en het milieu, hebben echter zowel politiek links als rechts van hun specifieke ideeën beroofd en stellen ons voor de vraag welke rol de Verlichting nog voor de westerse samenleving kan spelen.
We betalen een hoge prijs voor de vooruitgang als we die met totalitaire pretenties omgeven. Dat weten de oorspronkelijke Verlichtingsfilosofen maar al te goed. Het zijn hervormers, vernieuwers die zichzelf steeds onder kritiek stellen. Radicalisering van de Verlichtingsidealen heeft ons echter in slaap gewiegd. De markteconomie en de media bedienen ons van de broodnodige slaapmiddelen om de gedachteloosheid te sturen. Burgers en politici verkeren in een permanente staat van beneveling, volkomen in de ban van het onblusbare verlangen zoveel mogelijk te genieten en te ervaren. Alles wijkt voor de vooruitgang. Momenteel heerst dan ook een gebrek aan ideologische kaders om nieuwe vormen van verantwoordelijkheid, solidariteit en rechtvaardigheid handen en voeten te geven. Als we in staat zijn de Verlichtingsidealen van hun mechanistische tendens te ontdoen, kunnen we ze verdedigen tegen aanvallen van de massamaatschappij waarin de markteconomie de scepter zwaait en het politieke bedrijf gedwee aan de hand van het bedrijfsleven loopt. Vooruitgang is een rationeel idee, maar dit wil niet zeggen dat het zuivere denken voor alles een oplossing weet te verzinnen. Spinoza en Kant weten dat. Het gaat dus niet erom dat we met Cliteur, Ellian en Wilders absolute waarheden ontdekken, maar dat we een samenleving weten te creëren waarin zich diverse waarheden kunnen ontwikkelen. Een gemeenschap die is gebaseerd op een nieuw politiek kader, een cultureel concept dat verantwoordelijkheid, solidariteit en rechtvaardigheid binnen diverse sferen van het sociale leven plaatst en zo een gedeelde ruimte ontstaat om deze universele principes voor elke burger te garanderen. Pluralisme.
De Verlichting is een beweging waarin het zoeken naar waarheden belangrijker is dan het realiseren ervan. Daarom moeten de Verlichtingsidealen worden gereviseerd. Het wordt tijd dat we ons verstand gebruiken en gedeelde principes operationaliseren, bovendien dienen we waakzaam te zijn en sceptisch te staan ten opzichte van elke absolute waarheidsclaim. Dus ook die van de Verlichting zelf. We kunnen niets anders dan verhalen vertellen, maar we moeten oppassen dat we niet te veel in onze eigen verhalen gaan geloven... Het is de vraag of Wilders dit beseft...