Geluk is voor de dommen

Mootz
maandag, 04 juni 2012 om 00:00
welingelichtekringen header 1
“Que sais-je?” vraagt de Franse filosoof Michel de Montaigne zich in de zestiende eeuw af. Is dit niet de kernvraag in het leven: wat weet ik?
Hoewel neurowetenschappers als Dick Swaab en Victor Lamme het bestaan van een vrije wil ontkennen, is het bewustzijn niet slechts toeschouwer als de hersenen een beslissing nemen voordat we ons hiervan bewust zijn. Mijn brein handelt niet. Ik handel. Geest en lichaam zijn nauw met elkaar verweven. Onze zintuigen verzamelen informatie uit de omgeving en slaan die kennis in de hersenen op. De befaamde Portugese neurowetenschapper Antonio Damasio spreekt dan van een ‘protozelf’. Zodra we ons bewust worden van onze geestelijke of fysieke gesteldheden ontstaat een ‘kernzelf’. Dit kent echter geen bestendiging. Het waarnemen van jezelf vindt namelijk slechts af en toe plaats. Als herinneringen aan gebeurtenissen en feiten plaatsvinden noemt Damasio dit het ‘autobiografische zelf’. Dan is sprake van persoonlijk historisch besef, bewustzijn waarmee we iets leren over onszelf en de wereld om ons heen.
Net als ons bewustzijn heeft ook de cultuur een biologische oorsprong. De samenwerking tussen vele breinen overstijgt immers de individuele biologische bron. Alle kennis komt uit de sociale werkelijkheid waarin we zijn geworpen. We integreren de cultuur in ons lichaam en veranderen hiermee onze eigen biologische natuur. Dat is het begin van vrijheid. Toch moet die informatie eerst in onze hersenen worden opgenomen. Pas dan kunnen we er iets mee in de dagelijkse leefwereld. We mogen echter niet veronderstellen dat die kennis kant-en-klaar is. Montaigne observeert het alledaagse leven en stelt vast dat we geen universele standpunten moeten innemen. Ideeën zijn namelijk niet overal en altijd geldig. Dat zou immers een abstractie van individu en samenleving betekenen. Universele concepten zijn ontoereikend, omdat de werkelijkheid door de interne dynamiek permanent verandert en dus ongrijpbaar blijft. Ideeën wijzigen, verschuiven en passen zich aan de veranderende werkelijkheid aan.
Daarom behoren we een zekere onthechting ten aanzien van onze ideeën te ontwikkelen en respect te tonen voor hun veranderlijkheid. Ideeën zijn als wolken aan de hemel: ze komen, blijven even en gaan weer. Hoewel we veronderstellen dat we de wijsheid in pacht hebben, zijn we in werkelijkheid ons hele leven op zoek naar levenswijsheden die ons innerlijk evenwicht bieden. Zijn we daarom niet genoodzaakt tijdens het leven te leren hoe we moeten sterven? Als je namelijk hebt geaccepteerd dat ellende en verdriet bij het leven behoren, erken je de feilbaarheid van onze kennis en kan het leven je niet meer tot wanhoop of vertwijfeling brengen. Deze onthechting levert wezenlijke vrijheid op en leidt tot geestelijke balans. Sereniteit, eenvoud en tevredenheid. Kortom: gemoedsrust. Het westerse principe van ‘recht op geluk’, door de ontketende markteconomie klakkeloos te volgen, is ontaard in het dogma: je moet gelukkig zijn. Dit is niets anders dan een collectieve catechismus die voor de dommen en de dromers onder ons is weggelegd. Geluk bestaat niet. Een illusie. Dat is het enige wat we moeten weten...
Bron(nen): Bron afbeelding