Partij van de Aftocht

Mootz
dinsdag, 17 juli 2012 om 18:24
welingelichtekringen header 1
Commentator Dirk Jan van Baar over het voorstel van oud-partijleider Job Cohen om de linkse partijen samen te smelten tot één grote progressieve partij. Alle partijen vertellen in de campagne: “Kijk ons een anders zijn”. Maar Cohen wil ze juist samenvoegen: Een arrogant voorstel, schrijft Van Baar.
Afgelopen zaterdag gaf Job Cohen een bizar interview aan NRC Handelsblad. Bizar, omdat hij daarin terugblikte op zijn tijd als PvdA-leider en zelf toegaf onvoorbereid, onervaren en onhandig te zijn geweest. En premier wilde hij helemaal niet worden. Een verbijsterende bekentenis, want met die belofte werd zijn lijsttrekkerschap gelanceerd en toegejuicht. Job Cohen heeft het over zich heen laten komen, maar nu het op niks is uitgedraaid verzekert hij ons dat zijn wereld niet is ingestort. 'Ik wist dat ik het niet ging redden.' In Nederland worden zulke ontboezemingen als dapper en eerlijk gevierd, maar de vraag is wat je als kiezer moet met leiders die er zelf niet in geloven en opgelucht zijn als zij de aftocht hebben gekozen. In hetzelfde interview deed Cohen nog een suggestie, van dezelfde strekking. Het zou een zegen voor het land zijn als de PvdA zichzelf zou opheffen en zou opgaan in een grote linkse progressieve volkspartij met de SP, GroenLinks en D66. Nu nog niet, maar later, binnen een paar jaar. Dit komt dan uit de mond van de man die daar zelf aan had kunnen werken, de man die de boel bij elkaar zou brengen, en alles uit zijn handen liet vallen. Erger, hij slaagde er zelfs in de eigen linkse kerk niet in om de boel bij elkaar te houden en werd een splijtzwam in de eigen partij, die geen keuze wist te maken tussen een sociaaldemocratische partij en een SP-light. Zulke twisten zijn niet aan Job besteed. Zijn leiderschapsstijl is naar eigen zeggen anti-autoritair en als zijn kameraden dan eindelijk zeggen wat ze ervan vinden, krijgt hij recht in het gezicht te horen dat het niet gaat en dat de leider beter kan opstappen. Dat heeft Cohen na lang aarzelen uiteindelijk ook gedaan, zoals hij het nu ook een goed idee vindt om de PvdA dan maar op te heffen voor een groter links geheel. De Partij van de Aftocht dus, een bestuurspartij light, die het op eigen kracht ook niet zo goed meer weet. Toch kunnen de andere linkse partijen het voorstel van Cohen moeilijk anders dan als arrogante gelijkschakeling zien. Zij benadrukken hun eigen profiel: D66 is al nauwelijks links, eerder liberaal, en verafschuwt de anti-Europa opstelling van de SP die Cohen onverschillig laat. GroenLinks is vooral groen, de nieuwe schutkleur voor rood. En de SP herinnert zich maar al te goed dat Wouter Bos in 2006 na lang aandringen een kopje koffie kwam drinken, maar dat het daarbij is gebleven. In dat jaar gedroeg de PvdA, die onder Bos nog op zestig zetels in de peilingen had gestaan, zich nog gewoontegetrouw als de grootste en eigenlijk ook enige partij op links. Maar die houding staat nu op de tocht, want de SP is bezig de PvdA als de grootste op links te overvleugelen. Dat is niks minder dan een politieke aardverschuiving, waar overtuigde sociaaldemocraten van wakker zouden moeten liggen. Maar er is weinig dat daarbij op wijst. Als de SP groter wordt, zo lijkt de houding bij de Partij van de Aftocht, dan gaan we toch samen verder. Wat de SP niet anders kan interpreteren dan als een nieuwe poging om door de PvdA te worden ingepakt. Zo opereert de PvdA sinds jaar en dag in Amsterdam, de enige stad waar de sociaaldemocratie het rijk alleen heeft, andere partijen kon dicteren, en ook de stad waar Job Cohen zich altijd in een warm bad mocht wanen. Dit was verdorie zijn stad, niet die van Theo van Gogh, Mohammed B. of Rita Verdonk. De boel bij elkaar houden, daarin is een bestuurspartij als de PvdA naar eigen inzicht een vanzelfsprekende spil. Niet zo vanzelfsprekend dat zij niet kan worden opgeheven, maar wel zo onmisbaar dat zij daarna onder een nieuwe linkse vlag weer terugkeert. Daar is wat voor te zeggen, want het sociaaldemocratische land dat Nederland in essentie is kan niet zonder samenbindende bestuurspartijen. Daarom is het zo gek dat Cohen bij zijn voorstel voor een samengaan met andere partijen het CDA niet noemt, een CDA dat vanuit een andere richting aan eenzelfde tocht door de woestijn bezig is als de PvdA. Het zou een werkelijke doorbraak zijn als die twee elkaar zouden vinden, de strijdbijl begraven en in een nieuwe stroming verder gaan die zich sterk maakt voor het bijeenhouden van de verzorgingsstaat. Maar Cohen, die in eigen stad opriep tot samenwerking met moslimorganisaties, had voor confessionelen in eigen land altijd een blinde vlek. Net als zijn partij en heel links trouwens.