Waarom nou Caïro?

Het Witte Huis maakte gisteren bekend dat Barack Obama volgende maand zijn langverwachte speech in het Midden-Oosten houdt. De president zal de moslimwereld toespreken vanuit de Egyptische hoofdstad Caïro. In de Amerikaanse én Arabische pers is controverse ontstaan over deze keuze. Columnist Marc Lynch ziet twee bezwaren. Op zijn blog op de site van Foreign Policy schrijft hij dat het Egyptische regime van Mubarak democratische grondbeginselen schendt en mensenrechten niet respecteert. Bovendien zet de Egyptische regering zich sterk af tegen Iran, een land dat Obama juist uit zijn internationale isolement wil halen. En Lynch noemt nog dat Egypte in een groot deel van de moslimwereld wordt gezien als bondgenoot van Israël. Dat helpt ook niet mee. In The National Newspaper, een krant uit de Verenigde Arabische Emiraten, noemt Nathan Brown, expert op het gebied van de Egyptische politiek, de keuze voor Caïro 'interessant'. "Obama's speech zal antwoord geven op de vraag of Amerika nog belang hecht aan democratisering in Egypte", aldus Brown. "De keuze voor Caïro is een gedurfde. Obama had ook voor een veiliger optie als Istanbul of Jakarta kunnen kiezen." Foreign Policy-columnist Marc Lynch heeft overigens nog wel wat adviezen voor Obama om het bezoek aan Caïro tot een succes te maken. Obama moet het Egyptische regime durven bekritiseren en zich uitspreken voor meer democratie in het Midden-Oosten. Dan neemt hij de critici van de locatie de wind uit de zeilen, redeneert Lynch. De Egyptische staatsmedia reageerden vandaag verheugd op Obama's komst. De grootste oppositiepartij van Egypte, de verboden en radicaal-islamitische Moslimbroederschap, daarentegen niet. Tegenover persbureau AP zei woordvoerder Mohammed Habib dat Obama's komst waarschijnlijk 'zinloos' was. "De Amerikaanse regering wil de Arabische staten rekruteren voor het uitvoeren van de zionistische agenda", aldus Habib. Intussen is bekend geworden dat Obama op 4 juni in Caïro zal spreken.

Bron(nen): Foreign Policy The National Newspaper AP