Wat drijft een dolle schutter?

Opinie
dinsdag, 12 april 2011 om 00:00
welingelichtekringen header 1
Psychische problemen, een fascinatie voor vuurwapens en man zijn. Dat geldt voor veel dolle schutters. Maar dat is nog geen daderprofiel, waarschuwen Vlaamse gerechtsdeskundigen. Bestaat er een prototype van een dader van massaschietpartijen? En belangrijker: kunnen we voorspellen wie het wél of niet daadwerkelijk zal doen? En kunnen we het dan ook voorkomen?
Corine de Ruiter, hoogleraar forensische psychologie aan de Universiteit Maastricht, noemde in De Volkskrant psychiatrische problemen, van depressie tot schizofrenie, een fascinatie voor geweld, enige grootheidswaan en een pijnlijke gebeurtenis die de boel triggert – een verbroken relatie, een ontslag – als mogelijke risicofactoren. Maar Amerikaanse onderzoekers waarschuwen voor te veel clichédenken. Ze inventariseerden de gegevens van tientallen daders, en hun conclusie was: veralgemeniseren heeft geen zin. Sommige daders zijn inderdaad loners, maar anderen hebben een hechte vriendenkring. Sommigen komen uit een gebroken gezin, maar ook zogenaamde modelgezinnen kunnen een moordenaar voortbrengen.
Als er al één rode draad zit in de moordpartijen, zou het deze zijn: de moorden gebeuren niet in een opwelling. Er is sprake van planning, van opzet, van een overduidelijke en zeer gerichte intentie om te doden.
Chris Dillen, gerechtspsychiater en hoogleraar forensische psychiatrie aan de VU Brussel, sluit zich aan bij de visie van de Amerikaanse onderzoekers. ‘Sommige daders zijn zwaar schizofreen, en menen dat zij handelen in opdracht van iets of iemand. Hun missie is bijvoorbeeld het kwaad uit te roeien ... Maar vaak gaat het ook over mensen die door een reeks tegenslagen een enorme haat ontwikkeld hebben. En haat roept om wraak. Niet tegen bepaalde individuen, maar algemeen: tegen de maatschappij. Ze willen eruit stappen, maar niet zonder die maatschappij luid en duidelijk te tonen hoe groot hun haat is'.
Chris Dillen ziet de toegenomen individualisering als een risicofactor: ‘Vroeger gingen mensen met hun problemen naar het café, om maar iets te noemen. Wie daar, in gezelschap, inkijk gaf in zijn allersomberste gedachten en plannen, werd meteen gecorrigeerd. Nu zitten mensen achter hun computer en posten allerlei verontrustende berichten op een blog. Maar het internet is zoveel anoniemer, en er passeert zoveel informatie. Het lijkt een stuk onwerkelijker dan een gesprek in levende lijve'.
Er is natuurlijk, naast de eerder genoemde intentie om te doden, nog een tweede rode draad. De daders zijn bijna allemaal mannen. Chris Dillen: ‘Vrouwen zijn er op gericht om de groep bijeen te houden. Doden verstoort de eenheid binnen de groep. Zij zullen hun agressie meestal op een emotionele manier kanaliseren, en richten die tegen zichzelf of tegen hun kinderen. Wat ze doen is soms even pijnlijk, maar omdat het minder openlijk gebeurt en de schade minder zichtbaar is, lijken ze op het eerste gezicht zachtzinniger dan mannen. Voor mannen heeft het in stand houden van de groep nooit datzelfde belang gehad. Zij richten hun agressie gemakkelijker naar buiten'.
Blijft de vraag of dergelijke drama's kunnen voorkomen worden. Heeft preventie zin, of moeten we leren leven met het feit dat zulke dingen nu eenmaal kunnen gebeuren? Dillen: ‘Het blijft een uiterst zeldzaam fenomeen. Het is gemakkelijker om een aardbeving in Japan te voorspellen, dan te bepalen wie in staat is tot een blinde moordpartij. We kennen het verhaal van de man die verontrustende berichten over zijn moordplannen op het internet postte, waarna een grote politiemacht op de been werd gebracht en het om een grap bleek te gaan. Als we voor elke grapjas meteen in actie moeten schieten, dan kunnen we wel bezig blijven. Ik denk dat we vooral moeten zoeken naar een evenwicht tussen vrijheid en veiligheid. Hoeveel vrijheid willen we inleveren om ons veiliger te kunnen voelen? In het Europa zonder grenzen kun je met een auto vol wapens van Polen naar de Belgische kust rijden, zonder één keer tegengehouden te worden. Ook dat is vrijheid. Maar willen we zoveel vrijheid?'