Gisteren berichtte Welingelichte Kringen over potverterende Engelse ministers, die de overheid hun privé-uitgaven liet betalen. Het schandaal wordt met het uur groter nu blijkt dat parlementsleden van alle partijen zijn gevallen voor de verleiding om veel te meer te declareren dan was toegestaan. Huizen die niet bestonden werden toch gehuurd, reizen die niet werden gemaakt toch gedeclareerd, maaltijden die niet zijn gegeten moest de overheid toch vergoeden. Labour deed er aan mee, de Conservatieven deden mee, de Liberalen deden mee. Een commentator in The Independent meent dat de Engelse democratie op haar grondvesten schudt. "Er is geen kiezer die er geen mening over heeft. En de meeste zullen diep geschokt en verontwaardigd zijn. Een verhaal dat gaat over bonnetjes, mooie hotels, boilers en etentjes, trekt meer de aandacht dan het moeilijke debat over de aanpak van de economische crisis." "De vraag is," zo vervolgt The Independent, "of het zo erg is als het lijkt. Het antwoord is volmondig: 'ja.' Bij de laatste verkiezingen kozen we om onverklaarbare reden vier of vijfhonderd oplichters, die nu onze volksvertegenwoordigers zijn. De parlementaire democratie is nu in crisis. Het alternatief is nog veel erger. Dus we moeten hopen dat we deze crisis te boven komen."