Visa en Mastercard staan opnieuw in de schijnwerpers van de Europese Commissie, en dit keer niet op een feestelijke manier. Brussel is namelijk dieper gaan graven in de tarieven die de twee betaalreuzen hanteren.
Wat begon als een paar klachten van winkeliers en betaalbedrijven, is inmiddels uitgegroeid tot een heuse antitrustzaak die zich uitstrekt van 2017 tot vandaag. De Commissie heeft vorige maand al een vragenlijst rondgestuurd aan handelaren, en nu zijn ook de leveranciers van betaalterminals en betaalplatformen aan de beurt.
De kern van de zaak draait om de ‘scheme fees’ die Visa en Mastercard rekenen. Dat zijn kosten die betaald moeten worden om überhaupt te mogen meedoen in hun betaalsysteem. En aangezien deze twee samen goed zijn voor zo’n tweederde van alle kaartbetalingen in de eurozone, valt daar moeilijk onderuit te komen.
Van kledingwinkels tot supermarkten, van vliegticketverkopers tot online casino’s: ze hangen allemaal aan het infuus van deze kaarten. En dat zorgt voor frustratie, zeker nu die kosten in de loop der jaren steeds verder lijken te zijn opgeschroefd.
Dat is natuurlijk ook waarom steeds meer platforms uitwijken naar andere betaalopties. Bijvoorbeeld: bij de
beste online casino’s op de markt krijg je tegenwoordig keuze uit tientallen - goedkoepre - betaalmethoden. Naast creditcards zijn er ook talrijke e-wallets, voorafbetaalde kaarten, Instant Banking-opties en zelfs cryptocurrency.
Er wordt bij dit onderzoek naar meer gekeken dan de hoogte van de kosten - ook naar de manier waarop deze tarieven worden doorgevoerd. Krijgen bedrijven genoeg waarschuwing als er iets verandert? Zijn de voorwaarden en de communicatie wel helder genoeg?
In de vragenlijsten van de Europese Commissie wordt onder meer gevraagd naar nieuwe kosten die zijn toegevoegd sinds 2017, maar ook naar hoe vaak tarieven zijn aangepast en hoe verplicht sommige diensten eigenlijk zijn.
Vooral dat laatste wekt argwaan. Want als bijna alle betaalbedrijven móeten meedoen en ze nauwelijks keuze hebben, dan zou dat kunnen wijzen op een misbruik van een dominante marktpositie. En dat is precies waar de Europese Commissie nu op lijkt te mikken.
Mastercard zegt dat het bedrijf juist keuzevrijheid en gemak biedt, voor zowel bedrijven als consumenten. Alles veilig, betrouwbaar en soepel, zeggen ze zelf. Visa komt met een vergelijkbaar verhaal en benadrukt vooral hoe hoog hun beveiliging en fraude-opsporing scoren.
Maar dat verhaal lijkt bij de Commissie niet genoeg meer indruk te maken. De tijd van mooie verkooppraatjes lijkt voorbij; nu gaat het om de harde cijfers, de contracten en de manier waarop veranderingen worden opgelegd.
Vooral
kleine partijen in de betaalsector hebben het moeilijk met de starre structuur van deze systemen. Die nieuwe tarieven komen soms uit het niets en de ruimte om daar iets tegen in te brengen is beperkt.
Er zijn meldingen van bedrijven die meerdere keren hebben geklaagd bij Visa of Mastercard, maar vervolgens maanden moesten wachten op een reactie.
Wat ook meespeelt: door de opkomst van fintech en alternatieve betaaloplossingen staan traditionele spelers zoals Visa en Mastercard extra onder druk. Maar in plaats van die concurrentie met open armen te verwelkomen, lijken ze volgens sommige critici juist de rijen te sluiten en hun tarieven te verhogen om marktaandeel te behouden. En dat is precies
waar Brussel nu het vergrootglas op legt.
Het onderzoek loopt nog, maar het feit dat de Commissie nu al meerdere rondes met vragenlijsten uitstuurde, laat zien dat het menens is. Verwacht wordt dat de uitkomst van dit dossier niet alleen gevolgen zal hebben voor Visa en Mastercard zelf, maar ook voor de manier waarop digitale betalingen in Europa worden geregeld.