Gemeenten gaan voor een kwart miljard het schip in als het fout gaat met de voetbalclubs

Gemeenten die profvoetbalclubs financieel bijstaan, lopen in totaal voor ten minste 235 miljoen euro risico. Dat blijkt uit een enquête van NRC onder de 33 gemeenten met clubs in het betaalde voetbal. Het is geen denkbeeldig risico: Sinds 2000 hebben elf gemeenten clubs voor bijna 30 miljoen euro schulden moeten kwijtschelden. Ook zijn in de afgelopen tien jaar garantstellingen een aantal keer aangesproken. En de echte financiele crisis in het betaalde voetbal is net begonnen. Gemeentebesturen hebben genoeg van clubs uit het betaald voetbal die steeds om steun vragen als ze in financiële problemen komen. Veertien gemeenten die in de afgelopen tien jaar de plaatselijke profclub financieel hebben bijgestaan, vinden overheidssteun aan het betaald voetbal eigenlijk principieel onacceptabbel. „Als de betaald voetbalsector zelf niet orde op zaken stelt en het zo uit de hand laat lopen als nu, dan hebben wij als overheden absoluut geen verhaal”, zegt wethouder Jan Hamming van Tilburg.„Overheden zullen zich een keer terugtrekken en clubs failliet laten gaan.” Zijn gemeente moest Willem II financieel te hulp schieten. Om zich tegen risico’s in te dekken, zijn gemeenten zelfs indirect eigenaar van voetballers geworden. Als FC Twente er deze zomer in slaagt om spelmaker Theo Janssen voor enkele miljoenen aan een buitenlandse club te verkopen, moet FC Twente een lening van 20 miljoen euro bij de gemeente Enschede versneld aflossen. Ook de gemeenten Waalwijk en Breda hebben dergelijke constructies opgetuigd. De meeste clubs verkeren in grote financiële problemen. Van de 36 clubs staan er 16 onder financiële curatele van de KNVB.